donderdag

341. De marteling van een overledene (3)

Ibn 'Oemar (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) naar de mensen in de kuil (de kuil waarin de lichamen werden gegooid van de heidenen die waren gedood in de slag bij Badr) keek en zei, "ondervinden jullie nu waar jullie Heer jullie voor waarschuwde (kwelling in het graf)." Hierop vroegen enkele mensen die bij de Profeet (saws) stonden: "spreekt u tot de doden?" De Profeet (saws) antwoordde: "zij kunnen beter als jullie horen, maar zij kunnen niets terugzeggen."

Sahieh al-Boekharie, Volume 2, Boek 23 (Begrafenis, al-Djanaazah), Nummer 452

340. De marteling van een overledene (2)

Overgeleverd door Ibn 'Oemar van zijn vader: "de Profeet (saws) zei: "de overledene wordt gemarteld in zijn graf door het jammeren/klagen/schreeuwen over hem."

Sahieh al-Boekharie, Volume 2, Boek 23 (Begrafenis, al-Djanaazah), Nummer 379

339. De marteling van een overledene (1)

Al-Moeghira ibn Shoe'ba (ra) heeft overgeleverd: "de overledene wordt gemarteld door het jammeren over hem door de levende."

Sahieh al-Boekharie, Volume 2, Boek 23 (Begrafenis, al-Djanaazah), Nummer 380

338. Aanbidt alleen Allah

'Abdoellah (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei: "ieder van jullie die sterft en anderen (met Allah) vereenzelvigt in aanbidding, zullen zeker de Hel ingaan." Ik zei, "ieder van jullie die alleen Allah aanbid zal zeker het Paradijs ingaan."

Sahieh al-Boekharie, Volume 2, Boek 23, Nummer 330

maandag

337. Wassen van een overledene

Een man reed op de berg van Arafat en hij viel van de berg en zijn nek brak (d.i. hij stierf). De Profeet (saws) zei, "Was hem met water en sidr (bladeren van een lotus- of jojobaplant) en wikkel hem om in twee doeken. Parfumeer hem niet en bedek zijn hoofd niet want hij zal op de Dag des Oordeels opstaan en 'Labaik' roepen (d.i. zoals bij pelgrims)."

Sahieh Al-Boekharie, Volume 2, Boek 23 (Begrafenis, al-Djanaazah), Hadith 355

336. Liegen over de Profeet (saws)

Al-Moeghira ibn Shoe'ba (ra) heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Liegen over mij is niet zoals liegen over anderen. Degene die over mij liegt, moet zich voorbereiden op zijn plaats in het Vuur van de Hel."

Sahieh al-Boekharie, Volume 2, Boek 23 (Begrafenis, al-Djanaazah), Hadith 378

334. Het overlijden van de profeet Mohammed (saws) (3)

Aicha (ra) heeft overgeleverd: tijdens zijn ziekte, vroeg de Boodschapper van Allah (saws) herhaaldelijk, "waar ben ik vandaag? waar zal ik morgen zijn?" en ik was (ongeduldig) aan het wachten op de dag dat het mijn beurt was. Toen het mijn beurt was, nam Allah zijn ziel weg (op mijn schoot) tussen mijn borst en armen en werd hij begraven in mijn huis.

Sahieh al-Boekharie, Volume 2, Boek 23 (Begrafenis, al-Djanaazah), Nummer 471

333. Pleeg geen zelfmoord (1)

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "degene die zelfmoord pleegt door middel van zichzelf te laten stikken zal zichzelf blijven stikken (wurgen) in de Hel (voor altijd) en degene die zelfmoord pleegt door middel van zichzelf neer te steken zal zichzelf blijven neersteken in de Hel."

Sahieh al-Boekharie, Volume 2, Boek 23 (Begrafenis, al-Djanaazah), Nummer 446

332. Engelen die het huis binnengaan

Salim's vader heeft overgeleverd: een keer had Djibriel de Profeet (saws) beloofd (dat hij hem zou bezoeken, maar Djibriel kwam niet) en later zei Djibriel, "wij Engelen gaan geen huis binnen waarin een afbeelding of een hond is."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 450

331. Geen afbeeldingen

Aboe Talha heeft overgeleverd: ik heb de Boodschapper van Allah (saws) horen zeggen; "Engelen (van Genade) gaan een huis niet binnen waar een hond of een afbeelding van een levend schepsel (een menselijk wezen of een dier) is."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 448

330. Een boom in het Paradijs (2)

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Er is een boom in het Paradijs (welke zo groot en reusachtig is) dat een ruiter honderd jaar in de schaduw van de boom kan rijden en als je wenst kun je reciteren: "En dekkende schaduwen (56. al-Waaqiah; 30) en een plaats in Paradijs gelijk aan een pijlboog van één van u, is beter dan (de gehele aarde) waarop de zon opgaat en neergaat."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 475

329. Een plaats in het Paradijs

Sahl ibn Sa'ad al-Saidi heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "Een plaats in Paradijs, gelijk aan de grootte van een zweep is beter dan de gehele Wereld en wat er daar ook in is."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 473

donderdag

328. Vergeetachtigheid tijdens het gebed

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "wanneer de oproep tot het gebed wordt uitgesproken, dan neemt Satan de benen (hij zorgt ervoor dat ie snel weg gaat), en laat er wind door heen gaan met geluid, en wanneer de oproep tot het gebed is geëindigd, komt hij terug, en wanneer de Iqama uitgesproken wordt neemt hij weer de benen, en als het is geëindigd, komt hij weer terug om te bemoeien tussen de (biddende) persoon en zijn hart, Satan zegt tegen hem "herinner dit of dat' totdat de persoon vergeet of hij nu drie of vier Raka’at heeft gebeden: dus als iemand vergeet of hij nu drie of vier Raka’at heeft gebeden, dan zou hij twee neerwerpingen moeten uitvoeren als Sahoe (vergeetachtigheid)."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 505

327. Geen enkel mens kan het zich voorstellen

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "Allah zei, "ik heb voor mijn godvruchtige dienaren dingen voorbereid, welke niemand ooit heeft gezien met het oog, of ooit heeft gehoord met het oor, geen enkel mens kan het zich voorstellen. "Als je wenst, kan je een vers reciteren van de heilige Koran: "Maar niemand weet welke verkwikking der ogen voor hen verborgen is gehouden als beloning voor wat zij hebben gedaan."(32;17) (As-Sadjdah)

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 467

326. Een gestorvene ziet zijn plaats

Abd Allah ibn Omar (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "wanneer iemand sterft, zal die zijn bestemming zien zowel in de ochtend en in de avond, en als degene tot de mensen van het Paradijs behoort, zal degene zijn plaats zien in het Paradijs, en als degene tot de mensen van de Hel behoort, zal degene zijn plaats zien in de Hel."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 463

woensdag

325. Vervloeken tot in de ochtend

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "als een echtgenoot zijn vrouw naar bed roept (d.i. om de seksuele daad te verrichten) en zij weigert en veroorzaakt dat hij in woede gaat slapen, dan zullen de Engelen haar vervloeken tot in de ochtend."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 460

324. Gapen onderdrukken

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "gapen is van de Satan en als iemand van jullie gaapt, zou hij het gapen moeten onderdrukken als het mogelijk is, en als iemand tijdens het gapen geluid maakt (zoals, 'haa'), Satan lacht degene dan uit."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 509

323. Duivels verspreiden vele leugens

Aicha (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "terwijl de Engelen praten tussen de wolken over wat er gaat gebeuren op aarde, horen de Duivels een woord van wat ze zeggen en gieten het in de oren van een (waarzegster, waarzegger, voorspeller) zoals iemand iets giet in een fles, en ze voegen er honderd leugens bij (één woord)."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 508

322. De kraaiende haan en balkende ezel

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei: "als je een haan hoort kraaien, vraag Allah om zegeningen, omdat de haan een Engel heeft gezien en als je het gebalk van een ezel hoort zoek toevlucht bij Allah tegen de vervloekte Satan, omdat de ezel een Satan heeft gezien."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 522

321. Satan raakt het kind aan bij geboorte

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei "wanneer het menselijke wezen wordt geboren, raakt Satan het lichaam aan beide kanten aan met zijn twee vingers, behalve 'Issa (ra), de zoon van Maryam (Maria), die hij probeerde aan te raken maar dat mislukte, in plaats van hem aan te raken, raakte Satan de placenta omhulsel."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 506

320. Engelen en het vrijdaggebed

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei "elke vrijdag staan er Engelen bij elke ingang van de moskee en schrijven de namen van de mensen op chronologisch overeenkomstig met de tijd van hun aankomst voor het vrijdaggebed en wanneer de imam gaat zitten (op de preekstoel) dan vouwen de Engelen hun lijsten en zijn klaar om naar de vrijdagpreek te luisteren."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 433

319. Wanneer Allah een persoon lief heeft

Aboe Hoerairah (ra) overleverde dat de Profeet (saws) zei "als Allah een persoon lief heeft, roep hij Djibriel en zegt "Allah houdt van die en die, O Djibriel! hou van hem." Djibriel gaat dan van diegene houden en maakt een aankondiging te midden van de bewoners van het Paradijs; "Allah houdt van die en die, daarom zouden jullie ook van hem moeten houden" en dan houden de bewoners van het Paradijs ook van diegene, dan ontvangt hij de tevredenheid van de mensen op aarde."

Sahieh al-Boekharie, Volume 4, Boek 54 (Schepping), Nummer 431

318. Een boom in het Paradijs (1)

Anas ibn Malik (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "In het Paradijs is er een boom, (d.i. die boom is zo groot dat) een ruiter van een snel paard er 100 jaar voor nodig zal hebben om onder de schaduw ervan te komen."

Sahieh al-Boekharie, Boek 54 (Schepping), Hadith 474

317. Beter dan deze Wereld

Sahl ibn Sa'ad al-Saidi heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Een plaats ter grootte van een boogs lengte is beter dan deze hele Wereld en alles wat op haar is."

Sahieh al-Boekharie, Boek 54 (Schepping), Hadith 437

316. Geen afgoden aanbidden

Aboe Dharr (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Djibriel zei tegen mij, "Iedere volgeling van jou die sterft, zonder afgoden te hebben aanbeden in zijn leven, zal het Paradijs intreden (d.i. of hij zal niet worden gestraft in het Vuur)." De Profeet (saws) vroeg, "En als ze overspel hebben gepleegd of hebben gestolen?" Djibriel antwoordde, "Zelfs dan."

Sahieh al-Boekharie, Boek 54 (Schepping), Hadith 445

315. Mijn Genade overtreft Mijn woede

Er is overgeleverd door Aboe Hoerairah (ra) dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "Toen Allah Zijn schepping volmaakt had, schreef Hij in een Boek dat bij Hem is op de Troon, "Mijn Genade overtreft Mijn woede."

Sahieh al-Boekharie, Boek 54 (Schepping), Hadith 416

dinsdag

314. Een stuk vlees in het lichaam

An Noe'man ibn Bashir heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "(O Mensen) Pas op! Er is een stuk vlees in het lichaam en als het goed wordt, dan is het hele lichaam goed en als het slecht wordt, dan wordt het hele lichaam slecht en dat stuk vlees is het hart!"

Sahieh al-Boekharie, Boek 2 (Geloof), Nummer 49

313. Uw vrouwen zijn een akker voor u

Overgeleverd door Jabir: de joden zeiden: "als je geslachtsgemeenschap hebt met je vrouw via de achterkant, dan zal ze een scheel kind baren." dus werd deze vers geopenbaard; "Uw vrouwen zijn een akker voor u - komt daarom tot uw akker, zoals het u behaagt en doet goed voor uzelf en vreest Allah en weet, dat gij Hem zult ontmoeten en geef goede tijdingen aan de gelovigen." (2. al-Baqarah; 223)

Sahieh al-Boekharie, Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 51

312. Oem Koelthoem en zijde

Anas bin Malik (ra) heeft overgeleverd: "Hij had gezien dat Oem Koelthoem (ra), de dochter van de Boodschapper van Allah (saws), een rode zijden kledingstuk aan had."

Sahieh al-Boekharie, Volume 7, Boek 72 (Kleding), Nummer 733

311. Geen zijde dragen

Anas bin Malik (saws) heeft overgeleverd: de Profeet (saws) zei, "degene die zijde draagt in deze Wereld zal het niet dragen in het Hiernamaals."

Sahieh al-Boekharie, Volume 7, Boek 72 (Kleding), Nummer 723

310. Vriendelijk karakter van de Profeet (2)

Anas ibn Malik (saws) heeft overgeleverd dat hij met de Profeet (saws) liep en de Profeet (saws) had mooie kleren aan die dag. Een heiden volgde de Profeet (saws) en trok van achteren hard aan zijn kleed, zodat er een streep op de schouder van de Profeet (saws) achterbleef, omdat die heiden te hard trok. De heiden zei toen, "O Mohammed! Geef me een beetje van de rijkdommen van Allah, die bij jou zijn." De Profeet draaide zich om, keek naar hem en glimlachte. Toen beval hij dat hem iets gegeven moet worden.

Sahieh al-Boekharie, Boek 72 (Kleding), Nummer 700

309. Neerbuigen op de Dag des Oordeels

Overgeleverd door Aboe Said: Ik hoorde de Profeet (saws) zeggen, "Allah zal het zwaarste Uur voortbrengen, en dan zullen alle gelovige, mannen en vrouwen, zichzelf neerbuigen voor Hem, maar er zullen mensen overblijven die meestal neerbuigen in de Wereld om uit te sloven en voor het bereiken van goede reputatie. Die mensen zullen proberen om neer te buigen (op de Dag des Oordeels) maar hun rug zal zo stijf zijn als of het één bot is (een enkele ruggenwervel)."

Sahieh al-Boekharie, Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 441

308. Het splijten van de maan (5)

Overgeleverd door Anas: De maan was gespleten in twee delen.

Sahieh al-Boekharie, Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 391

307. Het splijten van de maan (4)

Overgeleverd door Anas: de mensen van Mekka vroegen de Profeet (saws) om een Teken (wonder/mirakel) te laten zien, dus liet hij het wonder zien van het splijten van de maan.

Sahieh al-Boekharie, Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 390

306. Het splijten van de maan (3)

Overgeleverd door Ibn Abbas: de maan barste uit elkaar tijdens het leven van de Profeet (saws).

Sahieh al-Boekharie, Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 389

305. Het splijten van de maan (2)

Overgeleverd door Abdoellah: de maan barste uit elkaar terwijl we in gezelschap waren van de Profeet (saws), en de maan werd twee delen. De Profeet zei, "aanschouw, aanschouw (dit wonder)."

Sahieh al-Boekharie Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 388

304. Het splijten van de maan (1)

Overgeleverd door Ibn Masoed: tijdens het leven van de Boodschapper van Allah (saws) was de maan gespleten in twee delen; één deel bleef op de berg, en het andere deel ging voorbij de berg, Daardoor zei de Boodschapper van Allah (saws), "aanschouw dit wonder."

Sahieh al-Boekharie, Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 387

303. Nep haar

Overgeleverd door Abdoellah ibn Moes'oed: de Boodschapper van Allah (saws) heeft de vrouw met nep (onecht) haar vervloekt.

Sahieh al-Boekharie, Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 409

302. Veertig tussen de twee geluiden van de bezuin

Overgeleverd door Al-Amash: Aboe Hoerairah (ra) zei, "de Boodschapper van Allah (saws) zei, "tussen de twee geluiden van de trompet (bazuin), zal veertig zijn." Iemand vroeg aan Aboe Hoerairah, "veertig dagen?" maar hij weigerde te antwoorden. Toen werd gevraagd, "veertig maanden?" maar hij weigerde te antwoorden, toen werd gevraagd, "veertig jaar?" en weer weigerde hij te antwoorden. Aboe Hoerairah voegde er aan toe, "dan (na deze periode) zal Allah water uit de hemel laten vallen en dan zullen de dode lichamen groeien net zoals planten groeien, er is niets van het menselijke lichaam dat niet wegrot (vervallen) behalve één bot; dat is het kleine bot aan het einde van de stuit (staartbeen) waarvan het menselijke lichaam tot leven wordt gewekt (gebracht) op de Dag van de Verrijzenis."

Sahieh al-Boekharie Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 457

301. Goede werken verdrijven kwade werken

Ibn Masoed heeft overgeleverd: "Een man kuste een vrouw en kwam toen bij de Boodschapper van Allah (saws) en vertelde hem hierover, dus werd de Goddelijke Inspiratie geopenbaard aan de Profeet (saws); "Houd het gebed aan de twee uitersten van de dag en gedurende de eerste uren van de nacht. Voorzeker, goede werken verdrijven kwade werken (kleine zonden). Dit is een aanmaning voor degenen die er lering uit trekken.' (11.114) De man zei, "is dit advies (instructie) alleen voor mij?" de Profeet (saws) zei, "dit is voor al mijn volgelingen die dezelfde situatie meemaken (tegenkomen)."

Sahieh al-Boekharie Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 209

zaterdag

300. De Koran is de Waarheid

Anas bin Malik (ra) heeft overgeleverd dat Aboe Jahl zei, "O Allah! al is deze (Koran) werkelijk de Waarheid van jou, laat het dan stenen regenen vanuit de lucht (hemel) of breng ons een pijnlijke kwelling." Dus Allah openbaarde: "Maar Allah zal hen niet straffen zolang gij onder hen zijt noch zal Allah hen straffen indien zij om vergiffenis vragen. Waarom zal Allah hen niet straffen, wanneer zij de mensen beletten de heilige moskee (Al-Masjid-al-Haram) binnen te gaan ..."(8. De Oorlogsbuit; 33-34)

Sahieh al-Boekharie Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 171

299. De sleutel van het ongeziene

Abdoellah heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "De sleutel (toegang) van het ongeziene zijn vijf". "Voorwaar, Allah alleen bezit de kennis van het Uur. Hij zendt de regen neder en Hij weet wat zich in de baarmoeder bevindt. Geen ziel weet wat zij morgen zal doen, en geen ziel weet in welk land zij zal sterven. Voorwaar, Allah is Alwetend, Alkennend."(31. Loqmaan; 34)

Sahieh al-Boekharie Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 151

298. Tot leven brengen

Ibn 'Abbas (ra) heeft overgeleverd: "Ik heb de Profeet (saws) horen zeggen: "Degene die een afbeelding maakt in deze Wereld zal gevraagd worden op de Dag van de Verrijzenis, hetgeen tot leven te brengen, en daar zal hij niet toe in staat zijn."

Sahieh al-Boekharie Volume 7, Boek 72 (Kleding), Nummer 846

woensdag

297. Ameen

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "Wanneer de imam 'Ghair-il-Maghdoebi 'Alaihim Walad-Dallin' zegt (Het pad dergenen, aan wie Gij gunsten hebt geschonken - niet dat van hen, op wie toorn is nedergedaald, noch dat der dwalenden.(1. Al-Fatiha; 7), dan moet je zeggen, "Ameen", want dat is een uitdrukking "Ameen" dat samenvalt met datgene van de Engelen, dan zullen zijn vorige zonden worden vergeven."

Sahieh al-Boekharie, Volume 6, Boek 60 (Tafseer), Nummer 2

296. Een duidelijke waarschuwer

Ibn Abbas heeft overgeleverd: Toen de Vers 'En waarschuw uw naaste familieleden.' (26. De Dichters; 214) werd geopenbaard, ging de Boodschapper van Allah (saws) naar de berg en beklom de berg As-Safa, hij schreeuwde, "O Sabahah!" De mensen zeiden "wie is dat?" Toen verzamelde zij zich om hem heen, en toen zei de Profeet (saws), "zie je? Als ik jullie informeer dat cavaleristen (bereden soldaten) onderweg zijn naar deze kant van de berg, zouden jullie me geloven?" Ze zeiden, "We hebben jou nooit een leugen horen vertellen." Toen zei de Profeet (saws), "Ik ben een duidelijke waarschuwer voor jullie voor een komende zware straf." Aboe Lahab zei, "Moge jij vergaan (omkomen)! Jij hebt ons verzameld voor deze reden?" Toen ging Aboe Lahab weg. Toen werd de Vers Al-Masad, Al-Lahab "De macht van Aboe Lahab en hijzelf zullen vergaan." (111. Al-Masad, Al-Lahab; 1) geopenbaard.

Sahieh al-Boekharie, Volume 6, Boek 60 (Tafsier), Nummer 495

vrijdag

295. Beste volk van de mensheid

Aboe Hoeraira (ra): De vers "Jullie (moslims) zijn het beste volk dat onder de mensheid is verwekt" (Ali Imraan 3:110) betekent dat jullie het beste volk zijn voor de mensheid, omdat jullie ze in kettingen om hun nekken Islam binnen brengen (d.i. en daardoor redden jullie hun van de bestraffingen van het Vuur en gaan ze de tuinen van het Paradijs binnen)."

Sahieh Al-Boekharie, Boek 60 (Tafsier), Nummer 80

294. Het Huwelijk

'Alqama heeft overgeleverd: terwijl ik aan het lopen was met 'Abdoellah zei hij, "We waren in gezelschap van de Profeet (saws) en hij zei, "Degene die zich het huwelijk kan veroorloven moet trouwen, want dat helpt de blikken neer te slaan en zijn kuisheid te behoeden, degene die niet in staat is om te trouwen wordt aanbevolen om te vasten, want het vasten doet (zijn) seksuele kracht verdwijnen."

Sahieh al-Boekharie, Volume 3, Boek 31 (Vasten), Nummer 129

donderdag

293. Beloning voor vasten

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "Vasten is een schild (of een scherm of een schuilkelder), dus de persoon zou zich moeten onthouden van seksuele gemeenschap met zijn vrouw en moet zich niet gedragen als een dwaas (beschamend), en als iemand met je wilt vechten of tegen je misdraagt, dan moet je twee maal tegen degene zeggen, "Ik ben aan het vasten," de Profeet (saws) voegde daar aan toe, "Bij Hem in Wiens handen mijn ziel is, de geur die uit de mond van een vastende persoon komt is bij Allah geliefder dan de geur van muskus. (Allah zegt over de vastende persoon), "Hij heeft zijn eten en drinken en passies opgegeven omwille van Mij. Het vasten is voor Mij en ik geef er beloning voor en elke goede daad wordt vertienvoudigd."

Sahieh al-Boekharie, Boek 31 (Vasten), Volume 3, Nummer 118

292. Verplicht en vrijwillig

Talha ibn 'Oebayd-Allah (ra) heeft overgeleverd dat een bedoeïene met ongekamd haar naar de Boodschapper van Allah (saws) kwam en zei, "O Boodschapper van Allah! laat me weten wat Allah mij verplicht heeft wat betreft het gebed." Hij antwoordde: "Je moet de 5 verplichte gebeden uitstekend volmaken in de dag en de nacht (24 uur), tenzij u Nawafil wil bidden." De bedoeïene vroeg verder, "Laat me weten wat Allah mij verplicht heeft wat betreft het vasten." Hij antwoordde, "Je moet vasten gedurende de hele maand Ramadan, tenzij u meer wil vasten als Nawafil." De bedoeïene vroeg verder, "Vertel me hoeveel Zakaat heeft Allah me opgelegd." Dus, informeerde de Boodschapper van Allah (saws) hem over al de regels (fundamenten) van de Islam. De bedoeïene zei, "Bij Hem die jou waardeert, ik zal niets extra (Nawafil) doen maar ik zal datgene wat Allah me verplicht heeft niet verminderen. De Boodschapper van Allah (saws) zei, "Als hij de waarheid spreekt, zal hij slagen (d.i. het Paradijs worden binnen gelaten)."

Sahieh al-Boekharie, Boek 31 (Vasten), Volume 3, Nummer 115

291. Openbaring aan Mohammed (saws)

'Aicha (ra) heeft overgeleverd dat Al-Harith ibn Hisham aan de Boodschapper van Allah (saws) vroeg: "O Boodschapper van Allah! Hoe werd de Goddelijke inspiratie aan u geopenbaard?" De Boodschapper van Allah (saws) antwoordde, "Soms werd het (geopenbaard) als een ringende bel, deze vorm van openbaring was het zwaarste van allen en toen ging deze staat over nadat ik begreep wat werd geopenbaard. Soms kwam de Engel in de vorm van een man en praatte tegen mij en ik begreep wat hij zei." Aicha (ra) voegde daar aan toe: "Zeker ik zag dat de Profeet Goddelijke werd geïnspireerd op een koude dag en merkte dat zweet druppelde van zijn voorhoofd (toen de openbaring over was)."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 1 (Openbaring), Nummer 2

290. Beloning hangt af van de intenties

'Oemar ibn al-Khattab (ra) heeft overgeleverd, "Ik heb de Profeet (saws) horen zeggen: "De beloning van de daden hangt af van de intenties, en elke persoon zal de beloning krijgen volgens wat zijn intentie was. Dus degene die migreert vanwege wereldse voordelen of vanwege een huwelijk met een vrouw zal beoordeeld worden naar de intentie van deze keuze om te migreren."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 1, Nummer 1

dinsdag

289. Over Qadr, Imaan en de Tekenen

Het wordt verteld op gezag van Yahya ibn Ya'moer dat de eerste man die over Qadr (Goddelijk Besluit) in Basra besprak, was Ma'badal-Joehani. "Ik was samen met Hoemaid ibn Abdoer-Rahman Himyari op bedevaart voor de 'Oemrah en zei: Indien het zo is dat wij in contact met één van de metgezellen van de Boodschapper van Allah (saws) tegenkomen zullen wij aan hem vragen over Taqdir (het Besluit van de Afdeling). Toevallig kwamen wij Abdoellah ibn Oemar ibn al-Khattab tegen, terwijl hij de moskee inging. Mijn metgezel en ik omringde hem. Eén van ons bevond aan zijn rechterzijde en andere bevond zich aan zijn linkerzijde. Ik verwachtte dat mijn metgezel mij zou machtigen om te spreken. Ik zei daarom: Aboe Abdoer Rahman! Er zijn sommige mensen in ons land verschenen die de Heilige Koran reciteren en kennis nastreven. En na het spreken over hun toegevoegde zaken, zij (dergelijke mensen) beweren dat er geen dergelijk ding zoals Goddelijk Besluit is en de gebeurtenissen niet voorbestemd zijn. Hij (Abdoellah ibn Oemar) zei: Wanneer je dergelijke mensen ontmoet, vertel hen dat ik niets met hen te doen heb en zij hebben niets met mij te doen. En zij zijn op geen enkel manier verantwoordelijk voor mijn (Geloof). Abdoellah ibn Oemar zwoer bij Hem (Allah) (en zei): Als iemand van hun (wie niet in het Goddelijke Besluit gelooft) goud bij zich zou hebben als de (berg) van Oehoed en het zou uitgeven (in naam van Allah), Allah zou het niet accepteren tenzij hij zijn Geloof bevestigt in Goddelijk Besluit."

Hij zei verder: Mijn vader, Oemar ibn al-Khattab (ra), vertelde me: Toen wij op een dag bij de Boodschapper van Allah (saws) zaten, verscheen er een man voor ons met melkwitte kleding, en gitzwarte haren. Er was aan hem geen teken van het reizen af te zien en niemand van ons kende hem. Hij ging voor de Profeet (saws) zitten, plaatste zijn knieën tegen diens knieën, legde z'n handen op zijn dijen en zei: O Mohammed, bericht mij over (de betekenis van) de Islam. De Profeet (saws) antwoordde: De Islam houdt in dat je getuigt dat er geen God is dan Allah en dat Mohammed (saws) de Boodschapper is van Allah, (en) dat je het gebed onderhoudt, (en) dat je de Zakaah (armenbelasting) uitgeeft en dat je (tijdens de maand) Ramadan vast en de Hadj (bedevaart) naar het Huis (de Ka'bah in Mekka) verricht, indien je daartoe in staat bent. Waarop hij zei: Je hebt juist gesproken. Wij waren verbaasd dat hij hem (eerst iets) vroeg en (daarna zijn antwoord) goedkeurde. Daarna zei hij: Bericht mij over (de betekenis van) Imaan. Hij (de Profeet, saws) antwoordde: Dat je gelooft in Allah, Zijn Engelen, Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, de Laatste Dag en dat je gelooft in de voorbeschikking, zowel het goede ervan als het slechte.

Hij zei: Je hebt juist gesproken. Hij zei (vervolgens): Bericht mij over (de betekenis van) Ihsaan. Hij antwoordde: Dat je Allah aanbidt alsof je Hem ziet en als je Hem niet ziet, dan ziet Hij jou wel. Hij (de man) zei: Bericht mij over het (Laatste) Uur. (De Profeet, vrede zij met hem) antwoordde: Daarover heeft de ondervraagde niet meer kennis dan de vrager. Toen zei hij: Vertel mij (dan) over haar tekenen. Hij antwoordde: Dat de slavin haar meesteres zal baren en dat je ziet dat blootvoetse, naakte en behoeftige schapenhoeders wedijveren in het bouwen van hoge gebouwen. Hierna ging hij (de man) weg en ik (Oemar) bleef enige tijd zitten. Toen zei hij (de Profeet saws): O Oemar, weet jij wie die vrager was? Ik antwoordde: Allah en Zijn Boodschapper weten het het beste. Hij zei: Dat was Djibriel, hij kwam om jullie (over) jullie Geloof te leren.

Sahieh Moeslim, Boek 1 (Openbaring), Hadieth 1

288. Geloof ter grootte van een gerstezaadje

Anas (ra) heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Degene die zegt, 'Niemand heeft het recht om aanbeden te worden behalve Allah en heeft in zijn hart Geloof gelijk aan de grootte van een gerstezaadje zal weggehaald worden van de Hel. En degene die zegt, 'Niemand heeft het recht om aanbeden te worden behalve Allah en heeft in zijn hart Geloof gelijk aan de grootte van een graankorrel zal weggehaald worden van de Hel. En degene die zegt, 'Niemand heeft het recht om aanbeden te worden behalve Allah en heeft in zijn hart Geloof gelijk aan de grootte van een atoom zal weggehaald worden van de Hel."

Sahieh al-Boekharie, Boek 2, Nummer 42

287. Het Geloof (2)

Aboe Said Al-Khoedri (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "Terwijl ik sliep zag ik (in een droom) sommige mensen met hemden aan en sommige waren op borsthoogte en andere waren zelfs korter dan dat. Oemar ibn Al-Khattab (ra) droeg een hemd die hij moest meeslepen." De mensen vroegen, "Hoe heb je dit geïnterpreteerd? O boodschapper van Allah?" De Profeet (saws) antwoordde, "Het is het Geloof."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 2 (Geloof), Nummer 22

286. Het Geloof (1)

Anas (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Geen van jullie heeft Geloof totdat hij wenst voor zijn broeder datgene wat hij wenst voor zichzelf."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 2 (Geloof), Nummer 12

285. Beloning voor alles wat je uitgeeft

Sa'd ibn Abi Waqqas heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) heeft gezegd, "Je zult beloond worden voor alles wat je uitgeeft op de weg van Allah, al was het maar een hapje eten die je in de mond van je vrouw deed."

Sahieh al-Boekharie, Boek 2 (Geloof), Nummer 53

284. Grote beloning voor goede daden

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) heeft gezegd, "Als iemand van jullie zijn Islam verbeterd (strict volgt), dan zullen zijn goede daden tien tot zevenhonderd keer worden beloond en een slechte daad zal slechts één keer worden genoteerd."

Sahieh al-Boekharie, Boek 2 (Geloof), Nummer 40

283. Slaven zijn broeders

Al Ma'roer heeft overgeleverd, "Bij Ar-Rabadha zag ik Aboe Dharr met zijn slaaf lopen en beiden hadden ze dezelfde soort mantels aan. Ik vroeg waarom ze dezelfde mantels droegen en hij antwoordde, "Ik had iemand onrecht aangedaan, door zijn moeder uit te schelden." De Profeet (saws) zei tegen mij, "O Aboe Dharr! Heb je zijn moeder uitgescholden? Je hebt nog steeds een paar kenmerken van onwetendheid! Jullie slaven zijn jullie broeders en Allah heeft ze onder jullie leiding gesteld. Dus als iemand van jullie een broeder in dienst heeft, moet hij hem voeden met wat hij eet en hem kleden met wat hij zelf kleedt. Vraag ze (slaven) niet om dingen te doen, waar ze niet toe in staat zijn en als zij het wel doen, help ze dan daarbij."

Sahieh al-Boekharie, Boek 2 (Geloof), Nummer 29

282. Zakaat geven

Er is overgeleverd dat Sa'ad (ra) zei, "De Boodschapper van Allah (saws) verdeelde Zakaat onder de mensen en ik zat toe te kijken terwijl hij niets gaf aan een man, terwijl hij, volgens mijn mening, een van de beste mensen onder hen was. Ik vroeg, "O Boodschapper van Allah! Waarom hebt u hem niets gegeven? Wallahie, ik zie hem als een oprechte moslim." De Profeet (saws) zei, "Of gewoon een moslim." Ik bleef eventjes stil, en kon het niet laten om mijn vraag te herhalen, omdat ik die man kende. Ik vroeg weer, "O Boodschapper van Allah! Waarom hebt u hem niets gegeven? Wallahie hij is een oprechte moslim!" De Profeet (saws) zei, "Of gewoon een moslim." En weer bleef ik even stil en kon het niet laten om mijn vraag te herhalen, dus de Profeet (saws) draaide zich van mij om en zei, "O Sa'ad! Ik geef aan sommige mensen, terwijl anderen mij geliefder zijn, uit angst dat ze op hun gezichten in het Vuur zullen worden gegooid door Allah!"

Sahieh al-Boekharie, Boek 2 (Geloof), Nummer 26

maandag

281. Vijf zuilen van het Geloof

Ibn 'Oemar (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "de Islam is gebaseerd op vijf zuilen:

1. het verklaren dat er geen andere God is dan Allah en dat Mohammed Zijn Boodschapper is.

2. het verplicht en juist verrichten van de Salaat.

3. Zakaat betalen.

4. de Hajj verrichten.

5. het vasten tijdens de maand Ramadan."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 2 (Geloof), Nummer 7

280. Geloof behouden tijdens kwellingen

Sai'd Al Khoedri (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Een tijd zal aanbreken waarin de beste bezittingen van een moslim zijn schapen zullen zijn, en hij zal die meenemen naar de toppen van de bergen en naar plaatsen van regenval (d.i. vallei) zoals te vluchten met zijn Geloof voor kwellingen."

Sahieh al-Boekharie, Boek 2, Nummer 18

279. Zoetheid van het Geloof

Anas (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Degene die de volgende drie eigenschappen bezit heeft de zoetheid van het Geloof:

1. Degene die Allah en Zijn Boodschapper meer lief heeft dan alle andere dingen.
2. Degene die van een ander houdt terwille van Allah's zaak.
3. Degene die haat om terug te keren naar ongeloof net zoals hij haat om in het Vuur te vallen."

Sahieh al-Boekharie, Boek 2 (Geloof), Nummer 15

278. De beste daden in Islam

Abdoellah ibn Amr (ra) heeft overgeleverd dat iemand vroeg, "Welke daden in Islam zijn de beste?" de Profeet (saws) antwoordde, "Het voedden van de armen en het groeten van de mensen of je ze nu kent of niet."

Sahieh al-Boekharie, Boek 2 (Geloof), Nummer 11

277. Kwaad doen vermijden

Aboe Moesa heeft overgeleverd dat de mensen aan de Profeet (saws) vroegen, "Wiens Islam is de beste (d.i. wie is de beste moslim)?" Hij antwoordde, "Iemand die vermijdt moslims kwaad te doen met zijn tong en handen."

Sahieh al-Boekharie, Boek 2 (Geloof), Nummer 10

276. Soehoer

Sahl ibn Sa'ad (ra) heeft overgeleverd: Ik was gewoon om mijn Soehoer maaltijden met mijn familie te nuttigen en spoedde mij daarna om aanwezig te zijn op het Fajr-gebed met de Boodschapper van Allah (saws).

Sahieh al-Boekharie, Volume 3, Boek 31 (Vasten), Nummer 143

275. Leugens vertellen met intentie (2)

Overgeleverd door Salama: "ik heb de Profeet (saws) horen zeggen: "degene die iets aan mij toeschrijft (met de intentie) wat ik niet heb gezegd, zal hij zeker plaatsnemen op zijn stoel in de Hel."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 3 (Kennis), Nummer 109

274. Leugens vertellen met intentie (1)

Overgeleverd door Anas: "de reden waarom ik gestopt ben met het vertellen van een groot aantal overleveringen aan jullie is omdat de Profeet (saws) zei: "degene die met intentie een leugen over mij vertelt, hij zal zeker plaatsnemen op zijn stoel in de Hel."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 3 (Kennis), Nummer 108

273. Leugens brengen je naar de Hel

Overgeleverd door 'Abdoellah ibn az-Zoebair: "ik zei tegen mijn vader: ik hoor geen enkele overlevering (hadieth) van jou van de Boodschapper van Allah (saws) terwijl ik het wel van die en die hoor (d.i. zijn overleveringen)?" Az-Zubair antwoordde, "ik was altijd bij hem (d.i. de Profeet saws) en ik hoorde hem zeggen, "degene die een leugen vertelt over mij (met intentie), hij zal zeker plaatsnemen op zijn stoel in de Hel."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 3 (Kennis), Nummer 107

272. Natte droom

Oem Salama (ra) overgeleverde dat Oem-Soelaim bij de Boodschapper van Allah (saws) kwam en zei, "werkelijk, Allah is niet verlegen over (vertellen van) de waarheid, is het noodzakelijk voor een vrouw om een bad te nemen na een natte droom (nachtelijke seksuele afscheiding)?" De Profeet (saws) antwoordde, "ja, als ze de afscheiding opmerkt." Oem Salama, bedekte toen haar gezicht en vroeg, "O Boodschapper van Allah! krijgt een vrouw dan seksuele afscheiding?"
Hij antwoordde, "ja, moge je rechter hand in het stof zijn (dat is een Arabische uitdrukking die je tegen een persoon zegt als je hem tegen spreekt in zijn verklaring, wat betekent "je zal geen goedhartigheid ontvangen"), en dat is waarom de zoon op zijn moeder lijkt."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 3 (Kennis), Nummer 132

271. Verduistering zon en maan zijn tekenen

Aboe Masoed (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei: "de zon en de maan verduisteren niet omdat iemand is overleden maar dat zijn twee tekenen van de tekens van Allah, wanneer je dat ziet sta op en bid."

Sahieh al-Boekharie, Volume 2, Boek 18 (Zonsverduistering), Nummer 151

270. Bid en smeek bij een zonsverduistering

Aboe Bakrah heeft overgeleverd: "we waren bij de Boodschapper van Allah (saws) tijdens de zonsverduistering. De Boodschapper van Allah (saws) stond op, sleepte zijn lange mantel totdat hij de moskee binnen ging. Hij ging voor en leidde een twee raka'a gebed totdat de zon weer zichtbaar was. De Profeet (saws) zei "de zon en de maan verduisteren niet omdat iemand dood is gegaan, dus wanneer je een zonsverduistering ziet bid en smeek (Allah) totdat de verduistering over is."

Sahieh al-Boekharie, Volume 2, Boek 18 (Zonsverduistering), Nummer 150

269. Overlijden van de zoon van de Profeet (saws)

Er is overgeleverd door al-Moeghira ibn Shoeba dat er een zonsverduistering was op de dag waarop de zoon van de Boodschapper van Allah (saws) (d.i. Ibrahiem) stierf. Dus zeiden de mensen zeiden dat de zonsverduistering plaatsvond omdat de zoon van de Profeet (saws) was gestorven. De Profeet (saws) zei, "De zon en de maan verduisteren niet om de dood of geboorte van iemand. Wanneer je de verduistering ziet, verricht dan het gebed!"

Sahieh al-Boekharie, Boek 18 (Zonsverduistering), Hadith 153

268. Liegen over een droom

Ibn 'Oemar (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei: "de ergste leugen is als een persoon beweert dat hij een droom heeft meegemaakt maar eigenlijk datgene niet heeft gedroomd" (d.i. liegen over de droom)

Sahieh al-Boekharie, Volume 9, Boek 87, Nummer 167

267. Mohammed (saws) zien in een droom (4)

Aboe Sa'id Al-Khoedri (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei: "wie mij in een droom ziet heeft inderdaad de waarheid gezien, omdat Satan mijn vorm niet kan aannemen."

Sahieh al-Boekharie, Volume 9, Boek 87, Nummer 126

266. Mohammed (saws) zien in een droom (3)

Aboe Qatada (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei: "degene die mij ziet in een droom heeft inderdaad de waarheid gezien."

Sahieh al-Boekharie, Volume 9, Boek 87, Nummer 125

265. Mohammed (saws) zien in een droom (2)

Anas (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "degene die mij ziet in een droom, dan is er geen twijfel mogelijk dat degene mij heeft gezien, dat is omdat Satan mijn vorm niet kan imiteren."

Sahieh al-Boekharie, Volume 9, Boek 87, Nummer 123

264. Mohammed (saws) zien in een droom (1)

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei: "degene die mij ziet in zijn droom zal me zien in zijn waakzaamheid, en Satan kan niet dezelfde vorm aan nemen." Aboe 'Abdoellah zei, "Ibn Sirin zei: alleen als hij de Profeet (saws) in zijn echte vorm ziet."

Sahieh al-Boekharie, Volume 9, Boek 87, Nummer 122

263. De droom over Aicha (2)

Aicha (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) tegen haar zei, "jij werd twee maal aan mij getoond in mijn droom voordat ik met je was getrouwd. Ik zag een Engel jou dragen in een zijdeachtig stuk doek, en ik zei tegen hem, "onthul haar", en aanschouw, jij was het. ik zei tegen mezelf, "als dit van Allah is, dan zal het gebeuren."

Sahieh al-Boekharie, Volume 9, Boek 87, Nummer 140

262. De droom over Aicha (1)

Aicha (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) tegen haar zei, "jij werd twee maal aan mij getoond in mijn droom. Aanschouw, een man droeg jou in een zijdeachtig stuk doek en zei tegen mij, "Zij is uw vrouw, dus onthul haar," en aanschouw, ik zei toen tegen mezelf, als dit van Allah is, dan zal het gebeuren."

Sahieh al-Boekharie, Volume 9, Boek 87, Nummer 139

261. Goede en slechte dromen

Aboe Sa'id Al-Khoedri (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei: "als iemand een droom heeft gehad die hij leuk vindt (d.i. mooie droom), dat is de droom van Allah, en je zou Allah daarvoor moeten bedanken en vertel de droom door aan anderen. Maar als je een droom hebt die je niet leuk vind (d.i. nachtmerrie), dat is dat van de Satan, en dan moet je toevlucht zoeken bij Allah tegen het kwade, en moet je deze droom niet doorvertellen, zodat het degene niet kan schaden."

Sahieh al-Boekharie, Volume 9, Boek 87, Nummer 114

260. Allergrootste zonden

Aboe Bakrah heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Zal ik jullie op de hoogte stellen van wat de allergrootste zonden zijn?" De sahaba (metgezellen) antwoordden, "Jawel, O Boodschapper van Allah." De Profeet (saws)zei, "Veelgodendienst en ongehoorzaamheid aan de ouders." Hij lag uitgestrekt, ging zitten en zei, "en het vertellen van onwaarheid" en bleef dat herhalen totdat zijn sahaba hoopten dat hij zou stoppen."

Soenen al-Tirmidhi, Boek 21, Hadith 124

259. Waarheid tijdens grappen

Er is overgeleverd door Aboe Hoerairah (ra) dat de sahaba (metgezellen) tegen de Profeet (saws) zeiden, "Maakt u grappen met ons?" Hij antwoordde, "Ja, maar ik zeg niks dan de waarheid (d.i. tijdens het maken van grappen)."

Soenan al-Tirmidhi, Boek 35, Hadith 227

zaterdag

258. Geen leugens over Mohammed (saws)

Overgeleverd door 'Ali (ra): de Profeet (saws) zei, "vertel geen leugen over mij want degene die een leugen over mij verteld (met de intentie) zal zeker het Hellevuur betreden."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 3 (Kennis), Nummer 106

257. Drie soorten mensen krijgen een dubbele beloning

Aboe Boerda's vader heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Drie soorten mensen zullen een dubbele beloning krijgen. (1) Iemand onder de mensen van het Boek die in zijn eigen Profeet (d.i. Jezus) geloofde en dan in de profeet Mohammed (saws) geloofde. (2) Een slaaf die zijn baas en Allah gehoorzaamt. (3) Een baas van een slavin, die haar goede manieren leert en haar op de beste manier (Islam) leert en haar vrijlaat en met haar trouwt."

Sahieh al-Boekharie, Boek 3 (Kennis), Nummer 97A

256. De palmboom is als een moslim

Ibn Omar heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) vroeg, "Er is een boom, en de bladeren van die boom vallen nooit af en het is zoals een moslim (d.i. zijn goede daden gaan het hele jaar door). Wat is de naam van die boom?" Iedereen dacht aan de bomen van het woestijn en ik dacht aan een palmboom, maar ik schaamde me en ik durfde niet te antwoorden, omdat ik de jongste was en de mensen vroegen, "Vertel ons alstublieft welke boom dat is, O Boodschapper van Allah!" en hij zei, "Het is de palmboom."

Sahieh al-Boekharie, Boek 3 (Kennis), Hadith 58

255. Nader het gebed kalm

Aboe Huraira (ra) hoorde de Boodschapper van Allah (saws) zeggen, "Als het gebed begonnen is, loop niet snel om je aan te sluiten. Nader het gebed kalm, dan sluit je aan bij dat gedeelte waar ze mee bezig zijn, en maak je gebed af door aan het eind dat te bidden wat je hebt gemist."

Sahieh al-Boekharie, Volume 2, Boek 13 (Jumaa-gebed), Nummer 31

254. Allah zal schaduw geven aan zeven soorten mensen

Aboe Hurairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Allah zal schaduw geven, aan zeven (mensen), op de Dag wanneer er geen andere schaduw is dan die van Hem: (deze zeven personen zijn) een goede leider (die vasthoudt aan de Koran en de Soennah), een jongeling die opgegroeid is met het aanbidden van Allah (degene aanbidt Allah oprecht vanaf zijn jeugd/kinderjaren), iemand wiens hart met de moskee verbonden is (degene die de verplichte gebeden verricht in gezelschap in de moskee), twee mensen die elkaar omwille van Allah lief hebben en op die manier naar en uit elkaar gaan (voor de zaak van Allah), een man die door een mooie vrouw die aanzien heeft wordt verleidt (onwettige geslachtsgemeenschap), en zegt: "Ik vrees Allah."(hij zegt dit of met de tong of met het hart; de vrouw die knap is en aanzien heeft wordt genoemd omdat zij meer begeerd wordt en moeilijker te krijgen is.). Iemand die in het geheim sadaqa (liefdadigheid) geeft zodat zijn linker hand niet weet wat zijn rechter hand gegeven heeft (niemand weet hoeveel hij heeft gegeven in liefdadigheid) en iemand wiens ogen zich met tranen vullen wanneer hij Allah in eenzaamheid herinnert."

Sahieh al-Boekharie, Volume 1, Boek 11 (Adhaan), Nummer 629

vrijdag

253. Ontmoeting met Dadjjaal

Amir ibn Sharahil Sha'bi Sha'b Hamdan overleverde dat hij Fatima (ra) vroeg, (dochter van Qais en zus van ad-Dahhak ibn Qais en zij was één van de eerste onder de Moehajiroen (emigranten) van Mekka naar Medinah): "Verhaal een hadith aan mij welke jij direct hebt gehoord van de Boodschapper van Allah (saws) zonder dat er een link tussen zit."
Zij zei: "Oké, als jij wilt ben ik bereid om dat te doen." En hij zei tegen haar: "Begin maar en verhaal het aan mij." Zij zei: "Ik was getrouwd met de zoon van Moeghira en hij was een jonge man van Qoeraysh stam maar hij stierf als martelaar (moedjahid)in het eerste (djihad) gevecht aan de zijde van de Boodschapper van Allah (saws).
Toen ik een weduwe was stuurde: Abd al-Rahman ibn Auf (ra), één van de metgezellen van de Boodschapper van Allah (saws) mij een huwelijksvoorstel. De Boodschapper van Allah (saws) stuurde mij ook zo een bericht voor zijn vrijgelaten slaaf Oesama ibn Zaid. En het werd mij verteld dat de Boodschapper van Allah (saws) zei over Oesama: "Degene die van mij houd zou ook van Oesama moeten houden. Toen de Boodschapper van Allah (saws) deze zaak met mij besprak, zei ik: "Mijn zaak leg ik in jouw handen, jij mag me huwen met degene die jou aanstaat." Hij zei: "Jij kunt beter naar het huis van Oem Sharik gaan, en Oem Sharik was een rijke dame onder de Anqir. Zij gaf royaal uit voor de zaak van Allah en zorgde goed voor de gasten.
Ik zei: "Oké, ik zal doen wat jij wilt." Hij zei: "Doe dat niet want Oemm Sharik is een vrouw die veelvuldig wordt bezocht door gasten en ik houd er niet van dat jouw hoofd zichtbaar wordt of dat je doek verwijderd kan worden van de steel en de vreemdelingen kunnen dan zicht hebben op wat jij verafschuwd. Jij kunt beter gaan naar het huis van jouw neef Abd Allah ibn Amr ibn Oem Maktoem en hij is een persoon van de Banoe Fihr tak van de Qoeraysh, en hij behoort tot de stam waar (Fatima) ook toe behoort dus ik ging naar het huis van Abd Allah ibn Amr ibn Oem Maktoem, en toen mijn wachtperiode over was, hoorde ik de stem van de moe'addzin die een oproep deed dat het gebed zou worden verricht in de moskee waar de gezamenlijke gebeden worden verricht.

Dus ik ging richting de moskee en verrichte het gebed samen met de Boodschapper van Allah (saws) en ik was in de rij van de vrouwen welke dicht bij de rij was van de mannen. Toen de Boodschapper van Allah (saws) zijn gebed beëindigde, ging hij zitten op de minbar en glimlachte en zei: "Elke aanbidder zou moeten blijven zitten op zijn plek. Toen zei hij: "Weten jullie waarom ik jullie bijeen heb geroepen?" Zij zeiden, "Allah en zijn Boodschapper weten dat het beste." Hij zei: "Bij Allah, ik heb jullie niet bijeengebracht voor vermaning of om te waarschuwen, maar ik heb jullie bijeenverzameld voor Tamim Dari, een christen, die gekomen is om de Islam te accepteren, en hij heeft me iets verteld, wat gelijk is aan wat ik jullie heb verteld over de Dajjal.
Hij vertelde mij dat hij in een zeilboot had gevaren samen met dertig man van Banoe Lakhm en Banoe Joedham en ze werden heen en weer gegooid door de golven van de oceaan, en dit duurde ongeveer een maand lang. Toen brachten deze golven hun dicht bij een land omringd door oceaan (eiland) tijdens zonsondergang.
Zij zaten in een smalle zij-boot en gingen het eiland op. Daar was een beest met lang dik haar (en daardoor) konden zij zijn gezicht niet onderscheiden van de achterkant. Zij zeiden: "Woo op jou, wie ben jij?" Daarop zei hij: "Ik ben al-Jassasa." Zij zeiden: "Wat is al-Jassasa?" en hij zei: "O mensen, ga naar de persoon in het klooster want hij wil jullie graag leren kennen." Hij (d.i. de verteller) zei: "Toen hij voor ons een persoon opnoemde waren we bang dat het een duivel zou kunnen zijn. Toen gingen we snel door totdat we bij het klooster kwamen en vonden daar een stevige persoon met zijn handen vastgebonden aan zijn nek en met ijzeren boeien tussen zijn twee benen tot en met zijn enkels. We zeiden, "Woo op jou, wie ben jij?" En hij zei: "Jullie komen gauw achter wie ik ben, maar vertel me wie zijn jullie?"
Wij zeiden: "We zijn mensen van Arabië en we gingen aan boort van een boot maar de golven hebben ons voor een maand bezig gehouden en de golven brachten ons dicht bij dit eiland. We gingen varen in onze kleine zij-bootjes en gingen dit eiland op en we kwamen een beest tegen met enorm dik haar en door de dikte van het haar konden we zijn voorkant niet van de achterkant onderscheiden. We zeiden: "Woo op jou, wie ben jij?" Het zei: "Ik ben al- Jassasa." We zeiden, "Wat is al-Jassasa?" En het zei: "Ga naar de persoon in het klooster want hij wil jullie graag leren kennen." Dus we kwamen snel naar jou toe vrezend dat het misschien de duivel zou zijn.
Hij (d.i. de vast geboeide persoon) zei: "Vertel me over de dadelpalmbomen van Baisan. Wij zeiden: "Over welk aspect vraag jij informatie?" Hij zei: "Ik vraag aan jullie of deze palmbomen fruit dragen of niet?"

We zeiden: "ja", daarop zei hij: "Ik denk dat deze geen fruit zullen dragen. Hij zei: "Vertel mij over het Tabariyya meer?" We zeiden, "Over welk aspect vraag jij informatie?" Hij zei: "Zit daar water in?" Zij zeiden: "Daar zit genoeg water in", daarop zei hij: "Ik denk dat het snel droog zal worden." Hij zei toen: "Vertel mij over de Zughar bron." Zij zeiden "Over welk aspect vraag jij informatie?" Hij zei: "Zit daar water in en irrigeert het (het land)?" We zeiden tegen hem: "Ja, er zit genoeg water in en de inwoners van Medina irrigeren hun land ermee."

Hij zei: "Vertel me over de ongeletterde Profeet (saws), wat hij heeft gedaan?" Wij zeiden: "Hij is van Mekka vertrokken en heeft zich gevestigd in Yathrib (Medinah)."
Hij zei: "Vechten de Arabieren tegen hem?" We zeiden: "Ja." Hij zei: "Hoe is hij daarmee omgegaan?" We vertelden hem dat hij degenen in zijn omgeving heeft overwonnen en zij zichzelf aan hem hebben overgegeven. Daarop zei hij tegen ons: "Is dat echt gebeurd?" We zeiden: "Ja." Daarop zei hij: "Als dit zo is dan is het beter voor hen dat ze gehoorzaam zijn aan hem, ik ga jullie vertellen over mijzelf. Ik ben Dadjjaal en zal spoedig toestemming krijgen om erop uit te gaan en dan zal ik dus reizen op het land, en ik zal geen enkele stad sparen waar ik zal verblijven voor veertig nachten behalve Mekka en Medina, want deze twee (plaatsen) zijn verboden (gebied) voor mij en ik zal niet proberen om één van deze twee binnen te gaan.
Een Engel met een zwaard in zijn hand zal mij confronteren en zullen mijn weg versperren en er zal een Engel zijn bij elke doorgang.

Toen sloeg de Boodschapper van Allah (saws) de minbar met een uiteinde van zijn staf en zei: "Dit impliceert Taiba wat Medina betekent. Heb ik jullie niet verteld wat betreft de Dadjjaal zoals dit?"
De mensen zeiden: "Ja" en deze versie verhaald door Tamim Dari was hetzelfde als de mijne want het bevestigt de versie die ik jullie heb gegeven betreffende Dadjjaal over Medina en Mekka.
"Luister! Hij (Dadjjaal) is niet in de Syrische zee (mediterrane) of Jemenitische zee (Arabische zee), nee integendeel, hij is in het oosten, hij is in het oosten hij is in het oosten, en hij wees met zijn hand richting het oosten. Ik (Fatima bint Qais) zei: "Ik bewaarde dit in mijn hoofd (deze overlevering van de Boodschapper van Allah saws)."

Sahieh Moeslim, Boek 41 (Kitab Al-Fitan wa Ashrat As-Sa'ah), Nummer 7028

252. De laatste die het Paradijs zal betreden

'Abdoelah ibn Mas'oed (ra) overleverde dat de Boodschapper van Allah (saws) zei: "De laatste die het Paradijs zal binnentreden is een man die loopt en dan weer valt en dan weer door het vuur wordt verschroeid. Als hij eenmaal aan de overkant is, draait hij zich om en zegt: "Verheven is Degene Die mij van jou heeft gered. Allah heeft mij zeker iets gegeven wat hij niemand van de eersten en de laatsten heeft gegeven." Daarna werpt zich voor hem een boom op. Hij zal dan vragen: "O mijn Heer, breng mij dichter bij die boom zodat ik zijn schaduw kan opzoeken en van zijn water kan drinken." Allah zal dan antwoorden: O zoon van Adam, wellicht als Ik jou dit geef zul jij Mij om meer vragen?" Hij zal zeggen: "Nee, O Heer." En hij belooft niets meer te vragen. En Allah, de Verhevene, zal hem dit niet kwalijk nemen aangezien hij datgene ziet wat hij niet kan weerstaan. Dan zal Hij (Allah) hem dichterbij brengen. Hij zal dan van zijn schaduw genieten en van zijn water drinken.

Vervolgens werpt zich een boom op die nog mooier is dan de vorige. Waarop hij zal vragen: "O Heer, breng mij dichter bij die boom zodat ik van zijn water kan drinken en zijn schaduw kan opzoeken. Verder zal ik U niets vragen." Hij (Allah) zal dan antwoorden: "O zoon van Adam, heb jij Mij niet beloofd niets anders te zullen vragen." Dan zal Hij zeggen: "Wellicht als Ik jou dit geef zul jij Mij om meer vragen?" En hij belooft niets meer te vragen. En Allah zal hem dit niet kwalijk nemen aangezien hij datgene ziet wat hij niet kan weerstaan. Dan zal Hij (Allah) hem dichterbij brengen. Hij zal dan van zijn schaduw genieten en van zijn water drinken.

Vervolgens werpt zich een boom op bij de Poorten van het Paradijs die nog mooier is dan de vorige twee. Waarop hij zal vragen: "O Heer, breng mij dichter bij die boom zodat ik van zijn water kan drinken en zijn schaduw kan opzoeken. Verder zal ik U niets vragen." Hij (Allaah) zal dan antwoorden: "O zoon van Adam, heb jij Mij niet beloofd niets anders te zullen vragen." Dan zal Hij zeggen: "Wellicht als Ik jou dit geef zul jij Mij om meer vragen?" En hij belooft niets meer te vragen. En Allah zal hem dit niet kwalijk nemen aangezien hij datgene ziet wat hij niet kan weerstaan.
Dan zal Hij (Allah) hem dichterbij brengen. Als hij hierbij in de buurt komt hoort hij stemmen van de bewoners van het Paradijs. Waarop hij zal vragen: "O Heer, laat mij het binnentreden?" Hij (Allah) zal dan vragen: "O zoon van Adam, Hoe kan Ik zodanig tevreden stellen zodat jij ophoudt met vragen? Zal je tevreden zijn als Ik jou ad-Doenyaa (d.i. de wereld) geef en het gelijke hiervan?" Hij zal antwoorden: "O Heer, drijft U de spot met mij, terwijl U de Heer der Werelden bent?" Hierop moest Ibn Mas'oed lachen en zei: "Zullen jullie mij niet vragen waarom ik lach?" Waarop zij vroegen: "Waarom lach je?" Hij antwoordde: "Zo ook moest de Boodschapper van Allah (saws) hierom lachen. Toen werd er aan hem gevraagd: "Waarom lacht u, O Boodschapper van Allah?" Waarop hij antwoordde: "Vanwege het gelach van de Heer der Werelden toen er tegen Hem werd gezegd: "O Heer, drijft U de spot met mij, terwijl U de Heer der Werelden bent?" En Hij (Allah) zegt daarna: "Ik drijf de spot niet met jou, maar Ik ben tot alles wat Ik wil in staat."

Sahih Moeslim, Boek 1, nr. 359/361

251. De bewoners van het Paradijs (3)

Qais ibn 'Oebada overleverde: "Ik was in gezelschap van een paar personen in Medina, en onder hun waren er metgezellen van de Boodschapper van Allah (saws), toen er een persoon met een gezicht die vrees voor Allah uitstraalde kwam. Sommige mensen zeiden: "Hij is één van de personen van de mensen van het Paradijs, hij is één van de personen van de mensen van het Paradijs." Hij verrichtte twee raka'ah en ging toen weg. Ik volgde hem en hij ging zijn huis binnen en ik ging ook naar binnen en we begonnen met elkaar te praten en toen hij vertrouwd raakte met mij, zei ik tegen hem: "Toen je de moskee binnen kwam zei een persoon dat jij één van de personen bent van de mensen van het Paradijs" en hij zei daarop, "Het is niet netjes om iets te zeggen waar degene geen weet van heeft. Ik zal je (nu) vertellen waarom zij dit zeggen. Ik had een droom tijdens het leven van de Boodschapper van Allah (saws) en vertelde dit aan hem. Het leek alsof ik in een tuin was (hij beschreef de uitgestrektheid, zijn rijke bevruchting etc,) en in het midden was een ijzeren pilaar, en de basis zat in de grond en zijn top was in de lucht en bij zijn top was een houvast. Er werd tegen mij gezegd: "Beklim de pilaar." Ik zei tegen degene (in zijn droom): "Dat lukt mij niet." Toen kwam er een helper naar mij toe, en hij hielp mij door het vasthouden aan de achterkant van mijn kledingstuk waardoor ik naar boven kon klimmen totdat ik de bovenkant bereikte van de pilaar, en pakte een houvast. Er werd tegen mij gezegd: "Hou het goed vast." Toen ik wakker werd hield ik mijn hand goed stevig dicht (de houvast had ik nog vast). Ik vertelde de droom aan de Boodschapper van Allah (saws), en hij zei: "De tuin impliceert al-Islam en de pilaar impliceert de pilaar van islam en de houvast is het betrouwbaarste (sterkste) geloof (zoals het wordt genoemd in de Koran) en jij zal je vasthouden aan islam totdat je sterft en die persoon was 'Abdoellah ibn Salim."

Sahieh Moeslim, Boek 31 (Verdiensten der metgezellen), Nummer 6068

250. Liefdadigheid geven (7)

Aboe Hurairah (ra) overleverde: "Een persoon was in de wildernis en hij hoorde een stem vanuit de wolken (en zei bevelend ): "Irrigeer (d.i. geef water aan) de tuin van die en die persoon." Nadat de wolken bij elkaar kwamen en regen neerdaalde op steenachtige grond, vulde een kanaal van één van de kanalen van het land en de persoon volgde het water en hij kwam een man tegen die in de tuin stond en was druk bezig om de richting van het water te veranderen met behulp van een grondschep. De persoon zei tegen hem: "O dienaar van Allah, wat is je naam?" Hij zei: "die en die" en het was dezelfde naam die hij had gehoord vanuit de wolken en hij zei tegen hem: "O dienaar van Allah, waarom vraag je naar mijn naam?" Hij zei: "ik hoorde een stem vanuit de wolken waarvan de regen neerdaalde zeggend": "Geef water aan die en die, zoals jouw naam."
Wat doe je (als gunst) dat je dit voor elkaar krijgt met de wil van Allah? Hij zei: "Nou als je het zo bekijkt, ik kijk wat de opbrengst is, en geef één derde weg als liefdadigheid, één derde om mezelf en de kinderen te voeden en één derde gebruik ik als investering."

Sahieh Moeslim, Boek 42 (Kitab Al-Zoehd wa Al-Raqa'iq), Nummer 7112

249. Iblis creëert onrust

Jabir overleverde dat de Boodschapper van Allah (saws) heeft gezegd: "Iblis plaatste zijn troon boven het water en dan stuurde hij zijn werkers (d.i. om meningsverschil te creëren); de meest geliefde bij hem zijn degene die het meest berucht zijn in het creëren van onrust. Eén van hun komt en zegt: "Ik heb dit en dat gedaan." Iblis zegt dan, "Jij hebt niets gedaan", dan komt er één van de hun en zegt: "Ik heb ervoor gezorgd dat er onenigheid was tussen echtgenoot en zijn vrouw (waardoor ze gingen scheiden)." Iblis komt dichterbij hem en zegt: "Jij hebt goed werk verricht." A'mash heeft gezegd: "Iblis omhelst hem dan."

Sahieh Moeslim, Boek 39, Nummer 6755

248. Het overlijden van de Profeet (saws) (2)

Ibn Abbas (ra) overleverde: "Toen de Boodschapper van Allah (saws) op het punt stond deze wereld te verlaten, waren er personen (om hem heen) in zijn huis, 'Omar ibn al-Khattab was één van hen. Allah's Boodschapper (saws) zei: "Kom, laat ik een document voor je schrijven, daarna zul je niet dwalen." Waarop 'Oemar zei: "Waarlijk, Allah's Boodschapper lijdt hevig aan pijn. Je hebt de Koran bij je. Het Boek van Allah is voldoende voor ons." De aanwezigen in het huis verschilden van mening. Sommigen zeiden: "Breng hem (het schrijfgerei) zodat Allah's Boodschapper een document kan schrijven zodat je nooit zal dwalen na hem. En sommigen van hen zeiden wat 'Oemar(al) zei. Toen ze tot onzin overgingen en begonnen te ruzieën in de aanwezigheid van Allah's Boodschapper (saws), zei hij: "Sta op (en ga weg). Oebaidoellah zei: "Ibn Abbas zei altijd: "Er was een groot verlies, inderdaad een groot verlies, dat, vanwege hun geruzie en lawaai. Allah's Boodschapper kon het document niet voor ze schrijven."

Sahih Moeslim, Boek 13, nummer 4016

247. Liefdadigheid geven (6)

Aboe Dharr (ra) overleverde: "Sommige mensen onder de metgezellen van de Boodschapper van Allah (saws) zeiden tegen hem: "O boodschapper van Allah, de rijken hebben de beloning (uit de lucht) weggehaald. Zij onderhouden de gebeden net als wij, zij vasten net zoals wij vasten, en zij geven Sadaqa (liefdadigheid) uit hun (extra) rijkdom. Daarop zei (de Profeet saws): heeft Allah jou geen weg beschreven die je kan volgen waar je ook sadaqa kan doen (ontvangen)? In elke verklaring van de verheerlijking van Allah (het zeggen van Soebhanallah) is een sadaqa, en elke verklaring van lof (het zeggen van Alhamdoelillah) is een sadaqa, en elke takbir (het zeggen van Allahoe-Akbar) is een sadaqa en elke bevestiging dat Allah de enigste is (het zeggen van La illha ill-Allah) is sadaqa, en het (opleggen) doen van het goede is sadaqa, en het verbieden van het slechte (kwaad) is sadaqa, en de geslachtsgemeenschap (man en vrouw in het huwelijk) is sadaqa. De metgezellen zeiden: "O boodschapper van Allah, is er een beloning voor degene die zijn seksuele behoeftes onderhoud? De Profeet (saws) zei: "Vertel me, als diegene het aan iets verboden zou onderhouden, dan zou er toch een zonde op rusten? Op dezelfde manier als diegene het aan iets wettigs onderhoud, zou diegene een beloning moeten krijgen"

Sahih Moeslim, Boek 5 (Zakaat), Nummer 2198

246. De beproeving

Soehaib (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei: "Er leefde een koning voor jullie tijd en hij had een (hof)tovenaar. Toen hij (de tovenaar) oud was geworden, zei hij tegen de koning: "ik ben oud geworden, stuur een jongeman naar mij zodat ik hem tovenarij kan leren." Hij, de koning, stuurde een jongeman naar hem zodat hij hem tovenarij kon leren. En op weg naar de man kwam hij (d.i. de jongeman) een monnik tegen die daar zat. Hij (d.i. de jongeman) luisterde naar wat de monnik vertelde en was onder de indruk van hem. Het werd zijn gewoonte dat hij onderweg naar de tovenaar de monnik ontmoette en daar zat en hij kwam laat bij de tovenaar. Hij (d.i. de tovenaar) sloeg hem vanwege de vertraging. Hij klaagde hierover bij de monnik en hij zei tegen hem: "Wanneer je bevreesd bent voor de tovenaar, zeg dan: mijn familieleden hebben mij opgehouden. En wanneer je bevreesd bent voor je familie zeg dan: de tovenaar heeft mij opgehouden."

"Het gebeurde zo dat een enorm groot dier (d.i. roofdier) de weg van de mensen blokkeerde, en hij (de jongeman) zei: "vandaag zal ik te weten komen wie beter is: de monnik of de tovenaar." Hij pakte een steen op en zei: "o Allah, als de kwestie van de monnik geliefder is bij U dan de kwestie van de tovenaar, zorg er dan voor dat het dier zal overlijden, zodat de mensen vrijuit verder kunnen gaan." Hij gooide de steen en doodde het, en de mensen waren in staat om vrijuit verder te gaan. Hij (d.i. de jongeman) kwam daarna weer bij de monnik en vertelde hem hierover en de monnik zei: "vandaag overtref jij mij. Jouw situatie heeft een niveau bereikt waarvan ik denk dat je spoedig beproefd zult worden, en in het geval je beproefd zult worden, wijs mij dan niet als schuldige aan."

"De jongeman begon de blinden en de melaatsen te behandelen en feitelijk bracht hij genezing voor iedere soort ziekte tot stand. Toen een metgezel van de koning die blind was geworden over hem hoorde, ging hij naar hem toe met ontelbaar veel giften en zei: "als jij mij geneest zal al hetgeen hier verzameld is voor jou zijn." Hij zei: "ik genees niemand vanuit mijzelf. Het is Allah die geneest en wanneer je je geloof in Allah bevestigt zal ik ook een smeekgebed tot Allah verrichten om jou te genezen. Hij bevestigde zijn geloof in Allah en werd door Allah genezen en hij ging terug naar de koning en zat naast de koning zoals hij voorheen deed. De koning zei tegen hem: "wie heeft jouw gezichtsvermogen hersteld?" Hij zei: "mijn Rabb." Hierop zei hij: "dat betekent dat jouw Rabb iemand is naast mij." Hij zei: "mijn Rabb en jouw Rabb is Allah." Dus hij (de koning) pakte hem beet en martelde hem totdat hij een aanwijzing gaf waar de jongen was. De jongeman werd geroepen en de koning zei tegen hem: "o jongen er is mij verteld dat je zo vaardig in toverkunst bent geworden zodat je de blinden en de melaatsen kunt genezen en dat je ook nog andere dingen kunt." Hierop zei hij: "Ik genees niemand. Het is Allah die geneest." En hij (d.i. de koning) overmeesterde hem en begon hem te martelen. Aldus gaf hij een aanwijzing over de monnik. De monnik werd daarom opgeroepen en er werd tegen hem gezegd: "Je moet je afkeren van je religie." Hij weigerde dit echter te doen. Hij gaf bevel om een zaag te brengen en de koning plaatste de zaag op het midden van het hoofd van de monnik en zaagde dit in twee stukken totdat een stuk van zijn hoofd viel. Daarna werd een persoon die deel uitmaakte van de hofhouding van de koning naar voren gebracht en er werd gezegd: "Keer je af van jouw religie." En hij weigerde dit, waarop de zaag op het midden van zijn hoofd werd geplaatst en het werd in tweeën gedeeld totdat een gedeelte eraf viel.

Daarna werd de jongeman naar voren gebracht en er werd tegen hem gezegd: "Keer je af van jouw religie." Hij weigerde dit en werd overgedragen aan enkele personen die deel uitmaakten van de hofhouding. En hij zei tegen hen: "Breng hem naar die en die berg, laat hem die berg beklimmen en wanneer jullie de top bereiken (vraag hem dan om zijn geloof te verwerpen maar als hij weigert om dit te doen, gooi hem dan van de berg af." Dus grepen zij hem vast en lieten hem de berg beklimmen en hij zei: "O Allah, red mij van hen (op welke wijze) U ook wenst." En de berg begon te schudden en zij vielen allemaal naar beneden en hij liep terug naar de koning. De koning zei tegen hem: "Wat is er met jouw metgezellen gebeurd?" Hij antwoordde: "Allah heeft mij van hen gered." Hij droeg hem weer over aan enkele personen van de hofhouding en zei tegen hen: "Grijp hem en neem hem mee in een kleine boot en wanneer jullie in het midden van de zee zijn vraag hem dan zijn geloof te verwerpen, maar als hij weigert, gooi hem dan in het water." Dus grepen zij hem vast en hij zei: "O Allah, red mij van hen en hetgeen zij willen doen." Het gebeurde weldra dat de boot omsloeg en overstroomde en hij liep terug naar de koning en de koning zei: "Wat is er met jouw metgezellen gebeurd?" Hij zei: "Allah heeft mij van hen gered." En hij zei verder tegen de koning: "Je kunt me niet doden tenzij je doet wat ik zeg." En hij vroeg: "En wat is dat dan?" Hij zei: "Je moet de mensen op een open vlakte bijeen roepen en je moet mij vastmaken aan de stam van een boom. Neem daarna een pijl uit de pijlkoker en zeg: Uit naam van Allah, de Rabb van de werelden, schiet vervolgens de pijl af en als je dat zo hebt gedaan zul je zien dat je in staat bent mij te doden."

"Dus riep hij (de koning) de mensen op een open vlakte bijeen en bond hem (de jongen) vast aan de boom en daarna pakte hij een pijl uit de pijlkoker en toen hij de pijl in de boog plaatste zei hij: "Uit naam van Allah, de Rabb van de jongen." Hij schoot een pijl af en het raakte zijn slaap (van de jongen). Hij (de jongen) plaatste zijn handen op zijn slaap waar de pijl hem had geraakt en hij stierf, en de mensen zeiden: "Wij bevestigen ons geloof in de Rabb van deze jongen, wij bevestigen ons geloof in de Rabb van deze jongen, wij bevestigen ons geloof in de Rabb van deze jongen." De hofhouding kwam naar de koning toe en er werd tegen hem gezegd: "Heb je gezien dat Allah werkelijk heeft gedaan waar jij op doelde? Zij (de mensen) hebben hun geloof in Allah bevestigd." Hij (de koning) gaf opdracht dat greppels gegraven moesten worden op de belangrijkste punten in de stad. Toen deze greppels gegraven waren en het vuur hierin werd aangestoken werd vervolgens tegen de mensen gezegd: "Degene die zich niet afkeert van de religie van de jongen zal in het vuur worden geworpen of er zou tegen hen worden gezegd dat zij erin moesten springen. De mensen keken de dood in de ogen maar verwierpen hun geloof niet, totdat er een jonge vrouw kwam met haar kind en zij aarzelde om in het vuur te springen en het kind zei tegen haar: "O moeder, wees standvastig (in deze beproeving) want het is de Waarheid."

Sahih Moeslim, Boek 42, Nummer 7148

245. Allah vraagt als eerste over bloedvergieten

Abd Allah ibn Masoed (ra) overleverde dat de Boodschapper van Allah (saws) heeft gezegd: "Het eerste (onderwerp) dat onder mensen beslist zal worden op de Dag des Oordeels zal gaan over het bloedvergieten."

Sahih Moeslim, Boek 16 (Kitab Al-Kitab Al-Qasama wa'l-Moeharaba wa'l-Qisas wa'l-Diyat), Nummer 4158

donderdag

244. Arrogantie is het minachten van de waarheid

Het is overgeleverd door Abd Allah ibn Masoed (ra) dat de Boodschapper van Allah (saws) heeft gezegd: "degene die in zijn hart het gewicht van een mosterdzaadje aan arrogantie (d.i. trots/hoogmoedig) heeft zal het Paradijs niet binnengaan. Een man (die daar bij was) zei: "voorwaar, een persoon houdt toch van goede/mooie kleding en schoenen?" De Profeet (saws) zei: "voorwaar, Allah is mooi en houdt van schoonheid, maar arrogantie is het minachten van de waarheid en de mensen (uit eigenwijze gedachte)."

Sahieh Moeslim, Boek 1 (Geloof), Nummer 164

243. Het overlijden van de Profeet (saws) (1)

Aicha (ra) overleverde dat de Profeet (saws) meestal zei "nooit is de ziel van een Profeet weggenomen voordat hem zijn plaats in het Paradijs is getoond en hij voor de keuze is gesteld (d.i. of de dood of verder op aarde leven).
Aicha zei "en toen de Boodschapper van Allah (saws) zijn dood naderde, lag hij met zijn hoofd op mijn schoot, en verloor even het bewustzijn, daarna kwam hij weer bij. Hij staarde met zijn ogen naar het plafond en zei: Allahoemma (O mijn Allah)!. Ar rafieqa-l a'laa (liever de hoogste vriendenschaar; de plaats van de Profeten in het Paradijs). Toen ik deze woorden hoorde zei ik tegen mezelf, "dan kiest hij ons dus niet." Toen begreep ik dat de hadith correct was, want hij zei toen hij nog gezond was "nooit is de ziel van een Profeet weggenomen voordat hem zijn plaats in het Paradijs is getoond en hij voor de keuze is gesteld." Aicha zei: "en dat waren de laatste woorden die de Boodschapper van Allah uitsprak (die woorden waren): Allahoemma!. Ar rafieqa-l a'laa."

Sahieh Moeslim, Boek 31 (Verdiensten der metgezellen), Nummer 5990

242. Djibriel en het hart van de Profeet (saws)

Anas ibn Malik (sa) overleverde dat Djibriel naar de Boodschapper van Allah (saws) kwam terwijl hij aan het spelen was met zijn vrienden, Djibriel pakte hem vast en zorgde ervoor dat hij ging liggen op de grond en spleet zijn borst open en haalde zijn hart eruit, daaruit haalde hij een bloedklomp en hij zei: "dit is het deel van de Satan in jou." Toen waste hij die in een gouden bassin met water uit de bron Zamzam, vervolgens zette hij het hart terug en maakte de plek weer dicht. De jongens holden naar zijn moeder (d.i. zijn voedster) en zeiden: "Mohammed is gedood." Ze liepen hem tegemoet, en hij was verbleekt van schrik. Anas zei: "Ik heb zelf het litteken van die naald op zijn borst gezien."

Sahieh Moeslim, Boek 1, Nummer 311

241. Reinheid is de helft van het geloof

Aboe Malik at-Ash'ari overleverde dat de Boodschapper van Allah (saws) heeft gezegd "reinheid is de helft van het Geloof en alhamdoelilah vult de schaal, en soebhanallah en alhamdoelilah vult hetgeen wat tussen de Hemel en Aarde is, en het gebed is het licht, en liefdadigheid is het bewijs (d.i. van iemands geloof) en volharding (d.i. geduld) is helderheid en de heilige Koran is een bewijs voor of tegen jou. Alle mensen staan 's ochtends vroeg op en geven zichzelf weg, daardoor bevrijden ze zichzelf of vernietigen ze zichzelf."

Sahieh Moeslim, Boek 2, Nummer 0432

woensdag

240. Alleen Allah aanbidden

Er is overgeleverd dat Moeadh zei, "Ik was naast de Boodschapper van Allah op een paard aan het rijden en hij zei, "O Moeadh!" Ik zei, "Labaik wa Sadaik!" De Profeet (saws) herhaalde zijn woorden drie keer en zei toen, "Weet jij welke rechten Allah heeft op Zijn slaven?" Ik antwoordde, "Nee." De Profeet (saws) zei, "De rechten die Allah op Zijn slaven heeft, is dat zij alleen Hem moeten aanbidden en niemand met Hem mogen vereenzelvigen!" De Profeet (saws) vroeg weer, "O Moeadh!" Ik zei, "Labaik wa Sadaik!" Hij vroeg, "Weet je wat de rechten de slaven van Allah op Hem hebben, als zij dat doen? Dat zij niet gestraft zullen worden (d.i. in het Hiernamaals)."

Sahieh al-Boekharie, Boek 74, Hadith 283

239. Driemaal bed afstoffen

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Wanneer iemand naar bed gaat, zou men driemaal zijn bed moeten afstoffen met de rand van zijn kledingstuk, en zeggen: Bismika Rabbi wada'tu janbi, wa bika arfa'hu. In amsakta nafsi faghfir laha, wa in arsaltaha fahfazha bima tahfaz bihi 'ibadaka-s-salihin."

Sahieh al-Boekharie, Volume 9, Boek 93, Nummer 490

238. Engelen bezoeken het gebed

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (saws) zei, "Er zijn Engelen die tot jou komen opeenvolgend 's avonds en anderen overdag, en ze komen bijeen op de gebedstijden van 'Asr en Fajr dan stijgen de Engelen die bij jou waren 's nachts naar de Hemel op en Hij (Allah) vraagt hen, alhoewel Hij van alle zaken afweet, "in welke staat hebben jullie mijn dienaren achtergelaten?" en de Engelen zeggen, "toen we hun achterlieten, waren ze aan het bidden en toen we bij hun kwamen, waren ze aan het bidden."

Sahieh al-Boekharie, Volume 9, Boek 93 (Tawheed), Nummer 578

237. Allah heeft 99 namen

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Allah heeft 99 Namen, dat is één minder dan honderd en degene die ze allemaal uit zijn hoofd leert zal het Paradijs binnentreden."

Sahieh al-Boekharie, Boek 93, Hadith 489

236. Allah is de Koning

Er is overgeleverd door Aboe Hoerairah (ra) dat de Profeet (saws) zei, "Allah zal de wereld in Zijn greep nemen op de Dag des Oordeels en de Hemelen zullen in Zijn rechter hand worden opgerold en Hij zal zeggen, "Ik ben de Koning, waar zijn de koningen van de wereld?"

Sahieh al-Boekharie, Boek 93, Hadith 479

235. Kinderen en bidden (3)

Er is overgeleverd door Moe'adh ibn Abd Allah (ra) dat mensen de Profeet (saws) hebben horen zeggen, "Als een kind het verschil tussen linker en rechterhand weet, beveel hem dan om te bidden."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 2, Hadith 397

234. Kinderen en bidden (2)

As Saboerah heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Beveel een kind om te bidden nadat hij zeven jaar oud is geworden en geef hem slaag op zijn achterste als hij na zijn tiende levensjaar niet bidt."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 2, Hadith 494

233. Het verbreken van het vasten

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Als iemand ook maar een dag zijn vasten zonder reden breekt, dan zal hij de beloning van die dag nooit meer kunnen verkrijgen, ook al zou hij zijn hele leven lang vasten."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 13, Hadith 2390

232. Verzorging

Er is overgeleverd dat sommige mensen tegen Salman al-Farsi (ra) zeiden, "Jullie Profeet (saws) leert jullie alles, zelfs hoe je behoefte moet doen?" Hij antwoordde, "Ja, hij heeft ons verboden om richting de Ka’ba te zitten tijdens het doen van onze behoefte en tijdens het urineren. En hij verbood ons om daarna met het rechterhand onze geslachtsdelen schoon te maken, en hij beval ons om met meer dan drie stenen schoon te maken. De Profeet (saws) verbood ons ook om ons schoon te maken met (droge) uitwerpselen en botten."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 1, Hadith 7

dinsdag

231. Pleeg geen zelfmoord (1)

Er is overgeleverd dat Amr ibn As (ra) zei, "Ik had en natte droom op een koude nacht tijdens het gevecht van Dhat As Salsil. Ik was bang dat ik zou sterven als ik een bad zou nemen, dus ik verrichtte tayamum en leidde mijn metgezellen in het ochtendgebed. Ze vertelden dit aan de Profeet (saws) en hij zei, "Amr, heb jij je metgezellen in het gebed geleidt terwijl je (d.i. geen bad had genomen)?" Ik vertelde waarom ik niet een bad nam en zei, "Ik heb Allah horen zeggen, "En pleeg geen zelfmoord, voorwaar, Allah is jullie genadig." De Profeet (saws) begon te glimlachen en zei verder niks."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 1, Hadith 334

230. Geen medicijn tegen ouderdom

Er is overgeleverd dat Osman ibn Sharik zei, "Ik kwam naar de Profeet (saws) en zijn metgezellen zaten naast hem alsof er vogels op hun hoofden zaten (d.i. heel stil). Ik ging ze groeten en ging zitten. Toen kwamen er een paar heidenen van hier en daar en vroegen aan de Profeet (saws), "O Boodschapper van Allah, mogen wij gebruik maken van medicijnen?" Hij antwoordde, "Maak gebruik van medicijnen want er is geen ziekte waar Allah geen medicijn voor heeft neergezonden, behalve één ziekte, namelijk ouderdom."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 28, Hadith 3846

229. Tien keer dezelfde beloning ontvangen

De Profeet (saws) zei, "Als iemand een zegen op mij afroept, dan zal Allah hem tien keer dezelfde beloning geven."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 8, Hadith 1525

228. Vergeving vragen maakt geen zondaar

Aboe Bakr (ra) heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Degene die vergeving vraagt voor een zonde is geen zondaar, ook al keert hij terug naar die zonde zeventig keer per dag."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 8, Hadith 1509

227. De manier van dua verrichten

Abd Allah ibn Abbas (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Verricht smeekbedes tot Allah met jullie handpalmen wijd open en niet met de achterkanten van jullie handen naar boven gericht. Als je klaar bent met je smeekbede, wrijf dan je handen over je gezicht."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 8, Hadith 1480

226. Dua is aanbidding

An Noe'man ibn Bashir heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Dua is aanbidding."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 8, Hadith 1474

225. Reciteren van de Koran (2)

Moeadh al-Joehani heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Als iemand de Koran reciteert en ernaar handelt, dan zullen zijn ouders op de Dag des Oordeels kronen dragen die meer stralen dan de zon zou stralen als het in het midden van een van jullie huizen zou worden gezet. Dus wat denk je van degene die er zelf naar handelt (d.i. hun kind)?"

Soenan Aboe Dawoed, Boek 8, Hadith 1448

224. Geen scheiding zonder goede reden

Thawban (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Als een vrouw scheiding vraagt, zonder een goede reden, dan zal zelfs het geur van het Paradijs voor haar verboden zijn."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 12, Hadith 2218

223. Allah haat scheiding

Abd Allah ibn Omar (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Van alle toegestane zaken is scheiding het meest gehaat door Allah."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 12, Hadith 2172

222. Schoenen uit op begraafplaats

Er is overgeleverd dat de Profeet (saws) een man met schoenen tussen graven zag lopen en zei, "O jij, die schoenen draagt! Wee jou! Doe je schoenen uit!" De man keek rond en toen hij de Profeet (saws) herkende deed hij onmiddellijk zijn schoenen uit.

Soenan Aboe Dawoed, Boek 20, Hadith 3224

maandag

221. Het breken van een bot van een dode

Er is overgeleverd door Aicha (ra) dat de Profeet (saws) zei, "Het breken van een bot van een dode, is gelijk aan het breken van zijn bot wanneer hij leeft."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 20, Hadith 3201

220. Drie rijen bij een begrafenisgebed

Malik ibn Hybayrah heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Als een moslim sterft en drie rijen moslims over hem bidden, dan is het Paradijs voor hem verzekerd." Toen Malik zag dat te weinig mensen bij een begrafenisgebed waren, verdeelde hij ze in drie rijen.

Soenan Aboe Dawoed, Boek 20, Hadith 3160

219. Zestig jaar worden verwijderd van de Hel

Anas ibn Malik (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Degene die de rituele reiniging verricht en dan een zieke moslim een bezoek toebrengt, terwijl hij op de beloning van Allah hoopt, zal zestig jaren van de Hel worden verwijderd."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 20, Hadith 3091

218. Opstaan uit het graf

De Profeet (saws) heeft gezegd, "Een overledene zal in de kleren worden opgewekt waarin hij stierf."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 20, Hadith 3108

217. De slag bij Oehoed (2)

Anas ibn Malik (ra) zei, "De martelaren van Oehoed waren niet gewassen, maar ze werden met hun bloed begraven. Er waren ook geen gebeden voor ze verricht (d.i. omdat ze niet dood zijn, maar leven in het Paradijs)."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 20, Hadith 3129

216. Het slachten van vogels

Er is overgeleverd dat Nafi (ra) zei, "Ik was in al-Juruf (d.i. dichtbij Medina) en ik gooide stenen op twee vogels en raakte ze. Een van hun stierf en Abd Allah ibn Omar (ra) gooide het weg. Toen ging hij naar de andere vogel om hem te slachten, maar ook die ging dood voordat hij hem kon slachten dus Abd Allah ibn Omar gooide ook die vogel weg."

Imam Malik, Moewatta, Boek 25, Hadith 1

215. De slag bij Oehoed (1)

De vader van Hisham ibn Oerwa heeft overgeleverd dat toen de Profeet (saws) de berg Oehoed zag, hij zei, "Dit is een berg die van ons houdt en wij houden van hem."

Imam Malik, Moewatta, Boek 45, Hadith 20

214. Toestemming vragen bij binnentreden (3)

Aboe Moesa al-Ashari (ra) heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Toestemming om binnen te komen wordt slechts drie keer gevraagd. Als je toestemming krijgt, ga dan naar binnen, zo niet, ga dan weg."

Imam Malik, Moewatta, Boek 54, Hadith 2

213. Toestemming vragen bij binnentreden (2)

Ata ibn Yasar heeft overgeleverd dat een man aan de Profeet (saws) vroeg, "O Boodschapper van Allah, moet ik mijn moeder om toestemming vragen voordat ik het huis binnentreed?" De Profeet (saws) antwoordde, "Ja". De man zei, "Ik woon in hetzelfde huis met haar" de Profeet (saws) zei, "Vraag om toestemming" De man zei, "Ik ben haar bediende." De Profeet (saws) zei, "Vraag om toestemming. Wil je haar naakt zien?" De man antwoordde, "Nee" toen zei de Profeet (saws), "Vraag dan om toestemming."

Imam Malik, Moewatta, Boek 54, Hadith 1

212. Reizen zonder een mahram

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Het is niet toegestaan voor een vrouw die in Allah en de Laatste Dag gelooft, om meer dan een dag en een nacht te reizen, zonder dat een mahram met haar is."

Imam Malik, Moewatta, Boek 54, Hadith 37

211. Kameel die gemolken moest worden

Yahya ibn Said heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) een kameel gemelkt wou hebben, dus hij vroeg, "Wie wil deze kameel melken?" Een man stond op en de Profeet (saws) vroeg, "Hoe heet jij?" De man antwoordde, "Murra (Bitterheid)" De Profeet (saws) zei tegen hem, "Ga maar weer zitten." Toen zei hij, "Wie wilt dit kameel melken?" Een man stond op en de Profeet (saws) vroeg, "Hoe heet jij?" De man antwoordde, "Harb (Oorlog)." De Profeet (saws) zei, "Ga maar weer zitten." De Profeet (saws) vroeg weer, "Wie wil deze kameel melken?” Een man stond op en de Profeet (saws) vroeg, "Hoe heet jij?" De man antwoordde, "Yaish (Hij leeft)." Toen zei de Profeet (saws) tegen hem, "Ga en melk (d.i. de kameel)."

Imam Malik, Moewatta, Boek 54, Hadith 24

210. Het eten van hagedissen

Abd Allah ibn Omar (ra) heeft overgeleverd dat een man aan de Profeet (saws) vroeg, "O Boodschapper van Allah, wat zegt u over (d.i. het eten van) hagedissen?" De Profeet (saws) antwoordde, "Ik eet ze niet en ik verbied het (d.i. eten ervan) niet."

Imam Malik, Moewatta, Boek 54, Hadith 11

209. Volg de Koran en de Soennah

Er is overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Ik heb voor jullie twee dingen achtergelaten en jullie zullen niet dwalen zolang jullie je daaraan vasthouden. De twee dingen zijn de Koran en de Soennah (Hadith's)."

Imam Malik, Moewatta, Boek 46, Hadith 3

208. Kenmerk van de hypocrieten (1)

Said ibn al-Moesayib heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Wat ons van de moenaafiqien scheidt is dat wij tijdens het ochtend- en nachtgebed (d.i. in de moskee) aanwezig zijn, zij kunnen dat niet."

Imam Malik, Moewatta, Boek 8, Hadith 5

207. Met rechterhand eten en drinken

Abd Allah ibn Omar (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Wanneer je aan het eten bent, eet dan met je rechterhand en wanneer je aan het drinken bent, drink dan met je rechter. Shaytan eet en drinkt met zijn linkerhand."

Imam Malik, Moewatta, Boek 49, Hadith 6

206. Buik vullen met vuur

Oemm Salama (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Degene die uit een zilveren vat drinkt, vult zijn buik met het vuur van Jahanam (Hel)."

Imam Malik, Moewatta, Boek 49, Hadith 11

205. Geef aan de armen

De oma van Ibn Moejaid heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Geef aan de armen, al was het maar een gebraden poot."

Imam Malik, Moewatta, Boek 49, Hadith 8

204. Vijandigheid kan verdwijnen

Er is overgeleverd dat Abd Allah al-Khorasani de Profeet (saws) heeft horen zeggen, "Schud elkaar de handen en haat zal verdwijnen. Geef elkaar cadeautjes en houdt van elkaar en vijandigheid zal verdwijnen."

Imam Malik, Moewatta, Boek 47, Hadith 16

203. Niet boos worden (2)

Hoemaid ibn Abdoer Rahman heeft overgeleverd dat een man naar de Profeet (saws) kwam en vroeg, "O Boodschapper van Allah, leer me een paar dingen waar ik naar moet handelen. Vertel me niet teveel dingen, want anders zal ik het vergeten." Hij zei, "Wordt niet boos."

Imam Malik, Moewatta, Boek 47, Hadith 11

202. Niet boos worden (1)

Er is overgeleverd door Aboe Hoerairah (ra) dat de Profeet (saws) heeft gezegd, "De sterke man is niet degene die goed is in worstelen, maar de sterke man is degene die zich onder controle kan houden tijdens een woedeaanval."

Imam Malik, Muwata, Boek 47, Hadith 12

201. Manieren verbeteren

Er is overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Ik ben gestuurd om de manieren van mensen te verbeteren."

Imam Malik, Moewatta, Boek 47, Hadith 8

200. Poort in Paradijs (3)

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "De deuren van Jannah (Paradijs) zijn op maandag en donderdag geopend. Elke moslim, die niemand naast Allah aanbidt, wordt vergeven behalve degene die vijandigheid heeft met zijn broeder. Er wordt gezegd, "Laat deze twee totdat ze totdat ze zijn uitgepraat! Laat deze twee totdat zij zijn uitgepraat (d.i. en berouw hebben getoond)."

Imam Malik, Moewatta, Boek 47, Hadith 17

199. Standvastigheid in gebeden

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Als je een smeekbede wilt verrichten, zeg dan niet, "O Allah, vergeef me als U wilt! O Allah, vergeef me als U wilt." Je moet standvastig zijn in je gebeden, en er is niemand die Allah tot iets kan dwingen."

Imam Malik, Moewatta, Boek 15, Hadith 28

198. Koran uit hoofd kennen

Abd Allah ibn Omar (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Degene die de Koran goed (d.i. uit zijn hoofd) kent is zoals een man die een kameel heeft. Als hij goed op hem let (d.i. vastbindt) dan houdt hij hem, maar als hij loslaat, dan rent hij weg."

Imam Malik, Moewatta, Boek 15, Hadith 6

197. Goed en slecht spreken (2)

Er is overgeleverd door Yahya ibn Zaid dat Issa (as) een varken zag lopen en zei, "Ga in vrede" Iemand vroeg aan hem, "Zeg je dat tegen een varken?" Issa (as) antwoordde, "Ik ben bang dat mijn mond anders aan slechte woorden zal wennen."

Imam Malik, Moewatta, Boek 56, Hadith 4

196. Geen woorden, maar daden

Er is overgeleverd dat Al Qasim ibn Mohammed (ra) zei, "Ik heb mensen ontmoet (d.i. sahaba) die niet onder de indruk waren van woorden (d.i. maar daden)."

Imam Malik, Moewatta, Boek 56, Hadith 25

195. Aard van een gelovige

Safwan ibn Soelaym heeft overgeleverd dat iemand aan de Profeet (saws) vroeg, "Kan een moe'emin (d.i. ware gelovige) een lafaard zijn?" De Profeet (saws) antwoordde, "Ja" De man vroeg, "Kan de moe'emin gierig zijn?" De Profeet (saws) antwoordde, "Ja" De man vroeg, "Kan een moe'emin een leugenaar zijn?" De Profeet (saws) antwoordde, "Nee".

Imam Malik, Moewatta, Boek 56, Hadith 19

194. De tong brengt je naar gevaarlijke plaatsen

De vader van Zayd ibn Aslam heeft overgeleverd dat Omar ibn Khattab (ra) op een dag Aboe Bakr (ra) kwam bezoeken en zag dat Aboe Bakr aan zijn tong zat te trekken. Omar zei, "Stop, moge God je vergeven." Aboe Bakr zei, "Dit heeft me naar gevaarlijke plaatsen gebracht."

Imam Malik, Moewatta, Boek 56, Hadith 12

193. Goed en slecht spreken (1)

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei "Waarlijk, een man spreekt woorden uit die in zijn ogen nietig lijken terwijl hij daardoor in de Hel zal worden gegooid en een man spreekt woorden die in zijn ogen nietig lijken terwijl Allah hem daardoor in het Paradijs zal toelaten."

Imam Malik, Moewatta, Boek 56, Hadith 6

192. Bescherming tegen de twee slechtheden

Ata ibn Yasar heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Degene die Allah tegen de twee slechtheden beschermt zal het Paradijs betreden." Een man zei, "O Boodschapper van Allah, vertel het ons niet!" De Profeet (saws) werd stil en zei weer, "Degene die Allah tegen de twee slechtheden beschermt zal het Paradijs betreden." De man zei weer, "O Boodschapper van Allah, vertel het ons niet!" Toen werd de Profeet (saws) weer stil en zei de Profeet (saws) voor de tweede keer, "Degene die Allah tegen de twee slechtheden beschermt zal het Paradijs betreden." En voor de derde keer zei de man, "O Boodschapper van Allah, vertel het ons niet!" Toen herhaalde de Profeet (saws) weer wat hij zei en de man vroeg aan de Profeet (saws) om hun niet te vertellen welke twee slechtheden het waren. De mensen zeiden tegen die man om stil te zijn. En de Profeet (saws) zei, "Degene die Allah tegen de twee slechtheden beschermt zal het Paradijs betreden. De twee dingen zijn dat wat tussen zijn kaken ligt (d.i. tong) en dat wat tussen zijn benen ligt (d.i. geslachtsdelen)! Dat wat tussen zijn kaken ligt en dat wat tussen zijn benen ligt. Dat wat tussen zijn kaken ligt en dat wat tussen zijn benen ligt."

Imam Malik, Moewatta, Boek 56, Hadith 11

191. Het Hellevuur

Er is overgeleverd dat Aboe Hoerairah (ra) over het vuur van de Hel heeft gezegd, "Denken jullie dat het zo rood is zoals het vuur dat jullie kennen? Het is zwarter dan teer."

Imam Malik, Moewatta, Boek 57, Hadith 2

zondag

190. Liefde van Allah voor Zijn dienaren

Er is overgeleverd dat een man naar de Profeet (saws) kwam en hij had een mantel bij zich, waar hij iets in gevangen had. De man zei tegen de Profeet, "O Boodschapper van Allah, ik hoorde in de bomen het geluid van pasgeboren vogeltjes. Ik pakte ze en gooide ze in mijn mantel. Toen kwam hun moeder en draaide rondjes boven mijn hoofd. Ik liet haar die kuikentjes zien en zij dook ook in de mantel, dus nu heb ik ze allemaal gevangen genomen." De Profeet zei, "Laat ze gaan." Dus de man liet ze gaan, maar de moeder bleef nog steeds bij haar kuikentjes. Toen vroeg de Profeet aan zijn metgezellen, "Zijn jullie verrast over de liefde van de moeder voor haar kuikentjes?" Ze antwoordden, "Ja, O Boodschapper van Allah." Toen zei de Profeet, "Ik zweer bij Degene die mij met de waarheid stuurde, Allah houdt meer van Zijn dienaren dan een moeder van haar kinderen. Breng ze terug en leg ze neer waar je ze vandaag had gepakt."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 20, Hadith 3083

189. Verberg niet de kennis over iets

Er is overgeleverd dat Aboe Hoerairah (ra) de Profeet (saws) heeft horen zeggen, "Degene die over iets wordt gevraagd en hij verbergt de kennis die hij daarover heeft, zal met een teugel van Vuur worden (d.i. als een ezel) vastgemaakt, op de Dag des Oordeels."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 25, Hadith 3650

188. Kennis vergaren (3)

Er is overgeleverd dat een man Aboe Dardaa (ra) kwam en zei, "Ik heb de Boodschapper van Allah (saws) horen zeggen, "Als iemand een pad volgt en op zoek is naar kennis (d.i. over Islam), dan zal Allah hem op de paden van het Paradijs laten lopen. De Engelen dalen hun vleugels neer over degene die op zoek gaat naar kennis. De inwoners van de hemelen en de aarde en zelfs de vissen in de zeeën vragen vergeving voor de geleerde. De uitmuntendheid van een geleerde over een gewone man, is zoals dat van de maan over de andere sterren in de nacht. De geleerden zijn de erfgenamen van de Profeten. De Profeten laten geen Dinar of Dirham achter maar kennis, en degene die daarvan neemt, heeft inderdaad iets groots genomen."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 25, Hadith 3634

187. Niets dan de waarheid

Er is overgeleverd dat Abdoellah ibn Amr (ra) zei, "Ik ging vroeger alles schrijven dat ik van de Boodschapper van Allah (saws) hoorde. Ik wou zelfs zijn gezegdes uit mijn hoofd leren. De Quraish verboden mij toen om dat te doen en zeiden, "Schrijf je alles dat je van de Boodschapper van Allah hoort, terwijl hij slechts een mens is zoals ons, die spreekt wanneer hij blij is en boos?" Dus vanaf toen heb ik niks meer geschreven en toen ik dit aan de Profeet vertelde, wees hij met zijn vinger naar zijn mond en zei, "Schrijf, bij Degene in Wiens hand mijn ziel ligt, niets dan de waarheid komt eruit!"

Soenan Aboe Dawoed, Boek 25, Hadith 3639

186. Liefde voor de wereld en afkeer van de dood

Thawban heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Ik waarschuw jullie voor een tijd dat zal aanbreken. De staten van de wereld zullen zich verenigen en elkaar uitnodigen om jullie weg te vagen, zoals mensen elkaar voor eten uitnodigen." Ze vroegen, "Zal dat gebeuren, omdat wij in de minderheid zullen zijn?" Hij antwoordde, "Nee, jullie zullen zoals het schuim van de zee zijn, maar Allah zal de angst voor jullie uit de harten van jullie vijanden weghalen en hij zal in jullie harten, wahn werpen". Ze vroegen, "Wat is wahn, O Boodschapper van Allah?" Hij antwoordde, "Liefde voor de wereld, en afkeer van de dood!"

Soenan Aboe Dawoed, Boek 37, Hadith 4284

185. Religie vernieuwen naar zoals het hoort

Aboe Hoerairah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Allah zal aan het eind van elke honderd jaar, iemand laten opstaan die Zijn religie weer zal vernieuwen naar zoals het hoorde (d.i. nadat mensen innovaties hebben ingebracht)."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 37, Hadith 4278

184. Onrechtvaardigheid tegengaan

Er is overgeleverd dat Khalid ibn al-Walid (ra) de Profeet (saws) heeft horen zeggen, "Als de mensen een onrechtvaardig mens slecht zien handelen, en ze houden hem niet tegen, zal Allah ze allemaal straffen!"

Soenan Aboe Dawoed, Boek 37, Hadith 4324

183. Ondernemen van djihad (3)

Anas ibn Malik (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "djihad zal gevoerd worden, totdat de laatsten van mijn oemmah de dajjal zullen bevechten."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2526

182. De dag na de inname van Mekka al-Mukarrama

Sa'd (ra) heeft overgeleverd dat op de dag waarop Mekka was ingenomen, de Profeet (saws) al zijn vijanden vergaf en bescherming beloofde, op vier mannen en twee vrouwen na. Ibn Aboe Sarh was één van hen. Ibn Sarh ging zich achter Oethman ibn Affan verstoppen. Toen de Profeet mensen riep zodat ze hem trouw konden zweren, bracht Oethman ibn Affan die man met zich mee. Toen zei Oethman, "O Boodschapper van Allah, accepteer zijn trouw." De Profeet keek hem drie keer aan en draaide zich van hem om. Na de derde keer, accepteerde hij zijn trouw zweren. En toen keek hij naar zijn metgezellen en zei, "Waarom stond niemand van jullie op om hem te doden, nadat jullie zagen dat ik zijn trouw zweren niet wou accepteren?" Ze antwoordden, "Wij weten niet, O Boodschapper van Allah, wat in uw hart ligt, waarom knipoogde u niet naar ons?" Hij antwoordde, "Het past een Profeet niet om een verraderlijk oog te hebben!"

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2677

181. Voor wie het Paradijs verboden is

Aboe Bakrah heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Allah heeft het Paradijs verboden voor degene die een ander doodt, terwijl hij hem bescherming had beloofd."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2754

180. Geen kind van moeder scheiden

Ali ibn Abi Talib (ra) heeft overgeleverd dat hij een slavin en haar kind van elkaar scheidde en de Profeet (saws) verbood dat.

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2690

179. Leven met ongelovigen

Samoerah ibn Joendoeb (ra) heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Degene die zich met de ongelovigen verenigt en samen met hun leeft (d.i. zonder reden), is zoals hen."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2781

178. Meest genadige mensen

Er is overgeleverd dat Abd Allah ibn Masoed (ra) heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "De meest genadige onder de mensen, tijdens het doden, zijn de gelovigen."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2660

zaterdag

177. Niemand doden bij zien van moskee

Er is overgeleverd dat Isam al-Moezani zei, "De Boodschapper van Allah (saws) stuurde ons met een leger mee en zei, "Als jullie een moskee zien of een moe-addzin horen (d.i. die oproept tot het gebed), doodt dan niemand!"

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2629

176. Eet wat op de grond valt

Aboe Rafi ibn Amr al-Ghifari zei, "Toen ik nog een kind was, gooide ik vaak stenen op de palmbomen van de Ansaar. Dus ik werd gepakt en ze brachten me naar de Profeet (saws). Toen zei hij, "O kind, waarom gooi je stenen op de palmbomen?" Ik antwoordde, "Ik eet ze." De Profeet zei, "Gooi geen stenen op palmbomen, maar eet wat op de grond valt." Toen aaide hij met zijn hand op mijn hoofd en zei, "O Allah, vul zijn buik."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2616

175. Een leider tijdens een reis

Aboe Said al-Khoedri (ra) heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Als er drie mensen (d.i. of meer) op reis zijn, dan moeten zij een van hun als de amir (leider) kiezen."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2602

174. Dood van koning Negus

Er is overgeleverd dat Aicha (ra) zei, "Toen Negus (Ethiopisch koning) stierf, werd er herhaaldelijk een licht in zijn graf gezien."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2517

173. Voorspraak martelaren zal geaccepteerd worden

Aboe Darda (ra) heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "De voorspraak van martelaren zal geaccepteerd worden voor zeventig van zijn familieleden (d.i. die anders naar de Hel zouden gaan, door hun zonden)."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2516

172. Uitnodiging accepteren

Abd Allah ibn Omar (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Degene die een uitnodiging niet accepteert heeft Allah en Zijn Boodschapper ongehoorzaamd en degene die een huis ingaat zonder dat hij uitgenodigd is, gaat naar binnen als een dief en eruit als een rover."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 27, Hadith 3732

171. Gebeden niet geaccepteerd na gebruik alcohol (2)

Abd Allah ibn Abbas (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Als iemand alcohol drinkt, dan zal Allah veertig dagen zijn gebeden niet accepteren (d.i. maar hij moet ze wel verrichten, omdat niet bidden ongeloof is)."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 26, Hadith 3672

170. Bewoners van het Paradijs (2)

Hasana bint Moe'awiya heeft overgeleverd dat iemand vroeg, "Wie zijn in het Paradijs?" De Profeet (saws) antwoordde, "De Profeten zijn in het Paradijs, de martelaren zijn in het Paradijs, de zuigelingen zijn in het Paradijs en de levend begraven kinderen zijn in het Paradijs"

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14 (Kitab al-Jihad), Hadith 2515

169. Ondernemen van djihad (2)

Er is overgeleverd dat Aboe Hoerairah (ra) dat een man vroeg, "O Boodschapper van Allah (saws)! (Wat denkt u over) een man die djihad wilt voeren op de Weg van Allah, voor wereldse zaken?" De Profeet antwoordde, "Er is geen beloning voor hem." De mensen schrokken door de woorden van de Profeet en ze stuurden die man weer en zeiden, "Ga terug naar de Boodschapper van Allah want misschien heeft hij je niet goed begrepen." Toen kwam de man weer terug en vroeg weer, "O Boodschapper van Allah! (Wat denkt u over) een man die djihad wilt voeren op de Weg van Allah, voor wereldse zaken?" De Profeet antwoordde, "Er is geen beloning voor hem." De mensen stuurden hem voor de derde keer en de Profeet antwoordde weer, "Er is geen beloning voor hem."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2510

168. Ondernemen van djihad (1)

Aboe Oemamah (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Degene die niet op djihad gaat, of een moedjaahid voorziet, of hij op de familie van de moedjaahid let wanneer hij weg is, zal door Allah getroffen worden door een grote ramp."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2497

167. Hidjrah doen

Er is overgeleverd dat Moe'awiyah (ra) zei, "Hidjrah (d.i. migratie van slechte landen, naar goede Islamitische landen) zal niet ophouden totdat er geen berouw meer zal worden geaccepteerd, en het tonen van berouw zal niet ophouden totdat de zon in het westen opkomt."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2473

166. Regels voor de moedjaahiddien

Anas ibn Malik (ra) heeft de Profeet (saws) tegen de moedjaahiddien horen zeggen, "Ga voort in de Naam van Allah, vertrouw op Allah en houd je vast aan de religie van de Boodschapper van Allah. Doodt geen bejaarden, doodt geen zuigelingen, doodt geen kinderen en doodt geen vrouwen! Wees niet oneerlijk over de buit, maar wees goed (d.i. tegen mensen), want Allah houdt van de weldoeners."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2608

165. Mierennest niet in brand steken

Abd Allah ibn Masoed (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) een mierennest zag die in brand was gestoken en hij vroeg, "Wie heeft dit gedaan?" Wij antwoordden, "Wij hebben dit gedaan." Toen zei hij, "Alleen de Schepper van het Vuur, mag met vuur straffen!"

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2669

164. Elkaar groeten (6)

Qais ibn Sa'd (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) hem en een paar andere Sahaba kwam bezoeken. De Profeet kwam zijn huis binnen en zei, "Allah's vrede en zegeningen zij met jullie", Sa'd beantwoordde zijn groet op zo'n zachte manier, dat de Profeet hem niet hoorde. Toen zei hij weer, "Allah's vrede en zegeningen zij met jullie!" Sa'd beantwoordde zijn groet weer zacht en de Profeet hoorde het weer niet. Dus de Profeet zei voor de derde keer, "Allah's vrede en zegeningen zij met jullie!" En toen liep hij weg. Toen ging Sa'd snel achter hem aan en zei, "O Boodschapper van Allah! Ik hoorde uw groet, en ik beantwoordde het zacht, zodat u ons weer zult groeten." Toen ging de Profeet weer met hem mee.

Soenan Aboe Dawoed, Boek 41, Hadith 5166

vrijdag

163. Toestemming vragen bij binnentreden (1)

Er is overgeleverd dat Rib'i ibn Harash zei, "Een man van Banoe Amir vertelde mij dat hij toestemming vroeg om het huis van de Profeet (saws) in te treden en hij zei, "Mag ik binnen komen?" De Profeet stuurde zijn bediende en zei, "Leer deze man hoe hij toestemming moet vragen om binnen te komen en leer hem om te zeggen, "Vrede zij met jou, mag ik binnenkomen?" De man hoorde de Profeet en zei, "Vrede zij met jou, mag ik binnenkomen?" De Profeet liet hem toen binnen.

Soenan Aboe Dawoed, Boek 41, Hadith 5158

162. Buiten Allah’s verantwoordelijkheid

Ali ibn Shayban heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Als iemand op het dak van een huis slaapt, met geen stenen afzetting om hem heen, dan is Allah's verantwoordelijkheid om hem te bewaken niet meer van toepassing."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 41, Hadith 5023

161. Wanneer genade wordt weggenomen

Aboe Hoerairah (ra) heeft de Profeet (saws) horen zeggen, "Genade wordt alleen weggenomen uit de harten van de ellendelingen."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 41, Hadith 4924

160. Iemand mishandelen

Moe'awiyah ibn Soewayd (ra) heeft overgeleverd dat een man zijn slavin sloeg en de Profeet (saws) zei, "Bevrijd haar".

Soenan Aboe Dawoed, Boek 41, Hadith 5148

159. Liefdadigheid geven (5)

Aboe Dharr (ra) heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "In de ochtend is men verplicht om aalmoes te geven namens alle botten in zijn vingers en tenen. Het groeten van iedereen die je tegenkomt onderweg is een aalmoes, aansporen tot goedheid is een aalmoes, het verbieden van het kwade is een aalmoes, het oprapen van dingen waar anderen aan kunnen struikelen op de weg is een aalmoes en seksueel gemeenschap hebben met je vrouw is een aalmoes."

Soenan Aboe Dawoed, Boek 41, Hadith 5223