maandag

192. Bescherming tegen de twee slechtheden

Ata ibn Yasar heeft overgeleverd dat de Profeet (saws) zei, "Degene die Allah tegen de twee slechtheden beschermt zal het Paradijs betreden." Een man zei, "O Boodschapper van Allah, vertel het ons niet!" De Profeet (saws) werd stil en zei weer, "Degene die Allah tegen de twee slechtheden beschermt zal het Paradijs betreden." De man zei weer, "O Boodschapper van Allah, vertel het ons niet!" Toen werd de Profeet (saws) weer stil en zei de Profeet (saws) voor de tweede keer, "Degene die Allah tegen de twee slechtheden beschermt zal het Paradijs betreden." En voor de derde keer zei de man, "O Boodschapper van Allah, vertel het ons niet!" Toen herhaalde de Profeet (saws) weer wat hij zei en de man vroeg aan de Profeet (saws) om hun niet te vertellen welke twee slechtheden het waren. De mensen zeiden tegen die man om stil te zijn. En de Profeet (saws) zei, "Degene die Allah tegen de twee slechtheden beschermt zal het Paradijs betreden. De twee dingen zijn dat wat tussen zijn kaken ligt (d.i. tong) en dat wat tussen zijn benen ligt (d.i. geslachtsdelen)! Dat wat tussen zijn kaken ligt en dat wat tussen zijn benen ligt. Dat wat tussen zijn kaken ligt en dat wat tussen zijn benen ligt."

Imam Malik, Moewatta, Boek 56, Hadith 11

Geen opmerkingen:

Een reactie posten