dinsdag

289. Over Qadr, Imaan en de Tekenen

Het wordt verteld op gezag van Yahya ibn Ya'moer dat de eerste man die over Qadr (Goddelijk Besluit) in Basra besprak, was Ma'badal-Joehani. "Ik was samen met Hoemaid ibn Abdoer-Rahman Himyari op bedevaart voor de 'Oemrah en zei: Indien het zo is dat wij in contact met één van de metgezellen van de Boodschapper van Allah (saws) tegenkomen zullen wij aan hem vragen over Taqdir (het Besluit van de Afdeling). Toevallig kwamen wij Abdoellah ibn Oemar ibn al-Khattab tegen, terwijl hij de moskee inging. Mijn metgezel en ik omringde hem. Eén van ons bevond aan zijn rechterzijde en andere bevond zich aan zijn linkerzijde. Ik verwachtte dat mijn metgezel mij zou machtigen om te spreken. Ik zei daarom: Aboe Abdoer Rahman! Er zijn sommige mensen in ons land verschenen die de Heilige Koran reciteren en kennis nastreven. En na het spreken over hun toegevoegde zaken, zij (dergelijke mensen) beweren dat er geen dergelijk ding zoals Goddelijk Besluit is en de gebeurtenissen niet voorbestemd zijn. Hij (Abdoellah ibn Oemar) zei: Wanneer je dergelijke mensen ontmoet, vertel hen dat ik niets met hen te doen heb en zij hebben niets met mij te doen. En zij zijn op geen enkel manier verantwoordelijk voor mijn (Geloof). Abdoellah ibn Oemar zwoer bij Hem (Allah) (en zei): Als iemand van hun (wie niet in het Goddelijke Besluit gelooft) goud bij zich zou hebben als de (berg) van Oehoed en het zou uitgeven (in naam van Allah), Allah zou het niet accepteren tenzij hij zijn Geloof bevestigt in Goddelijk Besluit."

Hij zei verder: Mijn vader, Oemar ibn al-Khattab (ra), vertelde me: Toen wij op een dag bij de Boodschapper van Allah (saws) zaten, verscheen er een man voor ons met melkwitte kleding, en gitzwarte haren. Er was aan hem geen teken van het reizen af te zien en niemand van ons kende hem. Hij ging voor de Profeet (saws) zitten, plaatste zijn knieën tegen diens knieën, legde z'n handen op zijn dijen en zei: O Mohammed, bericht mij over (de betekenis van) de Islam. De Profeet (saws) antwoordde: De Islam houdt in dat je getuigt dat er geen God is dan Allah en dat Mohammed (saws) de Boodschapper is van Allah, (en) dat je het gebed onderhoudt, (en) dat je de Zakaah (armenbelasting) uitgeeft en dat je (tijdens de maand) Ramadan vast en de Hadj (bedevaart) naar het Huis (de Ka'bah in Mekka) verricht, indien je daartoe in staat bent. Waarop hij zei: Je hebt juist gesproken. Wij waren verbaasd dat hij hem (eerst iets) vroeg en (daarna zijn antwoord) goedkeurde. Daarna zei hij: Bericht mij over (de betekenis van) Imaan. Hij (de Profeet, saws) antwoordde: Dat je gelooft in Allah, Zijn Engelen, Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, de Laatste Dag en dat je gelooft in de voorbeschikking, zowel het goede ervan als het slechte.

Hij zei: Je hebt juist gesproken. Hij zei (vervolgens): Bericht mij over (de betekenis van) Ihsaan. Hij antwoordde: Dat je Allah aanbidt alsof je Hem ziet en als je Hem niet ziet, dan ziet Hij jou wel. Hij (de man) zei: Bericht mij over het (Laatste) Uur. (De Profeet, vrede zij met hem) antwoordde: Daarover heeft de ondervraagde niet meer kennis dan de vrager. Toen zei hij: Vertel mij (dan) over haar tekenen. Hij antwoordde: Dat de slavin haar meesteres zal baren en dat je ziet dat blootvoetse, naakte en behoeftige schapenhoeders wedijveren in het bouwen van hoge gebouwen. Hierna ging hij (de man) weg en ik (Oemar) bleef enige tijd zitten. Toen zei hij (de Profeet saws): O Oemar, weet jij wie die vrager was? Ik antwoordde: Allah en Zijn Boodschapper weten het het beste. Hij zei: Dat was Djibriel, hij kwam om jullie (over) jullie Geloof te leren.

Sahieh Moeslim, Boek 1 (Openbaring), Hadieth 1

Geen opmerkingen:

Een reactie posten