vrijdag

250. Liefdadigheid geven (7)

Aboe Hurairah (ra) overleverde: "Een persoon was in de wildernis en hij hoorde een stem vanuit de wolken (en zei bevelend ): "Irrigeer (d.i. geef water aan) de tuin van die en die persoon." Nadat de wolken bij elkaar kwamen en regen neerdaalde op steenachtige grond, vulde een kanaal van één van de kanalen van het land en de persoon volgde het water en hij kwam een man tegen die in de tuin stond en was druk bezig om de richting van het water te veranderen met behulp van een grondschep. De persoon zei tegen hem: "O dienaar van Allah, wat is je naam?" Hij zei: "die en die" en het was dezelfde naam die hij had gehoord vanuit de wolken en hij zei tegen hem: "O dienaar van Allah, waarom vraag je naar mijn naam?" Hij zei: "ik hoorde een stem vanuit de wolken waarvan de regen neerdaalde zeggend": "Geef water aan die en die, zoals jouw naam."
Wat doe je (als gunst) dat je dit voor elkaar krijgt met de wil van Allah? Hij zei: "Nou als je het zo bekijkt, ik kijk wat de opbrengst is, en geef één derde weg als liefdadigheid, één derde om mezelf en de kinderen te voeden en één derde gebruik ik als investering."

Sahieh Moeslim, Boek 42 (Kitab Al-Zoehd wa Al-Raqa'iq), Nummer 7112

Geen opmerkingen:

Een reactie posten