zondag

182. De dag na de inname van Mekka al-Mukarrama

Sa'd (ra) heeft overgeleverd dat op de dag waarop Mekka was ingenomen, de Profeet (saws) al zijn vijanden vergaf en bescherming beloofde, op vier mannen en twee vrouwen na. Ibn Aboe Sarh was één van hen. Ibn Sarh ging zich achter Oethman ibn Affan verstoppen. Toen de Profeet mensen riep zodat ze hem trouw konden zweren, bracht Oethman ibn Affan die man met zich mee. Toen zei Oethman, "O Boodschapper van Allah, accepteer zijn trouw." De Profeet keek hem drie keer aan en draaide zich van hem om. Na de derde keer, accepteerde hij zijn trouw zweren. En toen keek hij naar zijn metgezellen en zei, "Waarom stond niemand van jullie op om hem te doden, nadat jullie zagen dat ik zijn trouw zweren niet wou accepteren?" Ze antwoordden, "Wij weten niet, O Boodschapper van Allah, wat in uw hart ligt, waarom knipoogde u niet naar ons?" Hij antwoordde, "Het past een Profeet niet om een verraderlijk oog te hebben!"

Soenan Aboe Dawoed, Boek 14, Hadith 2677

Geen opmerkingen:

Een reactie posten