donderdag

732. Slag bij Badr (9)

Abd al-Rahman ibn Awf (ra) heeft overgeleverd. Terwijl ik streed in de voorste linie op de dag van (de Slag bij) Badr, keek ik plotseling naar mij rechterzijde en zag ik twee jonge jongens en voelde mij niet veilig tussen hen te staan. Toen vroeg een van hen mij geheimzinnig zodat de ander hem niet hoorde, "O oom! Laat mij zien waar Aboe Jahl is." Ik zei: "O neef, wat ga je hem aandoen?" Hij zei: "Ik heb Allah beloofd dat wanneer ik hem zie (Aboe Jahl) ik hem ga doden of dat ik gedood wordt voordat ik hem hem wilde gaan doden." Toen zei de ander hetzelfde net zo geheimzinnig zodat de ander hem niet hoorde. Ik zou niet tussen andere mannen willen staan dan tussen hen. Toen wees ik hen (Aboe Jahl) aan. Beiden vielen hem aan als twee havikken totdat hij tegen de grond werd geslagen. Deze twee jongens waren de zonen van 'Afra (een vrouw van de Ansari).

Sahieh al-Boekharie, Volume 5, Boek 59 (Expedities), Nummer 327

Geen opmerkingen:

Een reactie posten